Onderzoeksproject CP/51 (Onderzoeksactie CP)
Context
De economische politiek die erop is gericht om de emissies van broeikasgassen te reduceren, zal verschillende impacten hebben op de onderscheiden sectoren, generaties en socio-economische groepen in de drie Belgische regio's.
Momenteel is het enige in België bestaande hulpmiddel dat in staat is om de regionale en sectoriële impacten van binnenlandse en internationale energie- en milieupolitiek te leveren , het model GreenMod. De eerste versie daarvan werd ontwikkeld dankzij financiering door het Belgian Federal Science Policy Office (Federaal Wetenschapsbeleid - programma SPSD II). Na de succesvolle ervaring van de eerste fase in 2004 en 2005, streven we ernaar nog veel verder te gaan in de ontwikkeling van GreenMod, om de betrouwbaarheid, de relevantie, de opportuniteit en de mogelijkheden ervan voor de analyse van de effecten en scenario's uit te breiden. Verder willen we zo de impacten van beleidspunten betreffende sociale rechtvaardigheid tussen de generaties, de regio's en de verschillende socio-economische groepen onderzoeken.
Doelstellingen
De belangrijkste doelstellingen van dit project zijn het ontwikkelen van twee nieuwe versies van GreenMod en om er de database en parameterbepaling van bij te werken en te verbeteren. Verder willen we er enkele nieuwe, op simulatie gebaseerde analyses mee uitvoeren. Deze moeten worden bepaald door het Comité van Gebruikers en het Federaal Wetenschapsbeleid. De twee nieuwe versies van het model zullen de volgende zijn:
• GreenMod-OLG: een intertemporele, dynamische versie van GreenMod met overlappende generaties en toekomstgerichte verwachtingen. Dit is bijzonder belangrijk gezien het feit dat de demografische structuur van de bevolking verschillend is in Wallonië, Vlaanderen en Brussel. De projecties op lange termijn tonen aan dat dit verschil nog enorm zal toenemen tijdens de komende decennia. We zullen ook markten met dynamische vergunningen, met toekomstgerichte verwachtingen, transactiekosten en banksystemen opnemen;
• GreenMod-IC: een recursief dynamische versie van GreenMod met de onvolmaakte concurrentie, de schaalmeeropbrengsten en een heel gedetailleerd opsplitsingsniveau (62 sectoren, 69 basisartikelen, ongeveer20 socio-economische groepen). Deze versie is tevens heel belangrijk daar de economische structuur van de drie regio's totaal verschillend is. Bijgevolg is het heel belangrijk om de industriële en organisatorische verschillen in aanmerking te nemen, daar de literatuur aantoont dat deze verschillen vaak van cruciaal belangrijk zijn voor het resultaat van het economische beleid.
• Database: De regionale database zal volledig worden bijgewerkt tot aan het nieuwe referentiejaar 2001 en hij zal volledig worden opgesplitst.
De beide versies van GreenMod zullen rekening houden met de onderlinge afhankelijkheid tussen de drie gewesten (Brussel, Vlaanderen en Wallonië) om de effecten van de economische maatregelen met betrekking tot energie en milieu te bestuderen. Naast met de interregionale verbanden, zullen de beide versies van GreenMod ook worden verbonden met gelijkaardige modellen, die de andere lidstaten van de Europese Unie en de andere grote economieën van de wereld vertegenwoordigen (de Verenigde Staten, Japan, Rusland en andere economieën in overgang, de kandidaat-lidstaten voor de EG, andere landen van de OESO, China, India, Brazilië, Zuid-Oost Azië, olie-exporterende landen, de rest van de wereld).
Het model zal worden gebruikt om de economische beleidsinstrumenten te evalueren die momenteel worden overwogen voor het domein van de energie of het klimaat, voornamelijk de verhandelbare pollutievergunningen en de fiscale en niet fiscale maatregelen. Dit multidisciplinaire project beoogt het evalueren van de sectoriële (output, productiekosten, tewerkstelling, investering,), de macro-economische (op het regionale en federale niveau), de socio-economische (tewerkstelling, werkloosheid, inkomens, distributie,) en de milieu-effecten (consumptie en productie van energie, emissies van broeikasgassen,) evenals de impacten van diverse vormen van energie-/milieubeleid.
GreenMod is bedoeld als een analytische en kwantitatieve ondersteuning voor de besluitvorming op vlak van energie en milieu, in het bijzonder voor de beleidsstappen om de emissies van broeikasgassen te verminderen. De beide versies van het model zullen tevens worden gebruikt bij de analyse of er verdelende effecten zijn van het beleid op de verschillende generaties en socio-economische groepen in de drie Belgische regio's.
Methodologie
Een modellering van algemeen evenwicht helpt ons om beter de socio-economische en milieu-effecten van verschillende fiscale en niet fiscale economische beleidsinstrumenten te evalueren. Deze beoordeling wordt bereikt binnen een consistent kader (aangekoppelde matrices van sociale verantwoording, budgetbeperkingen, macro-identiteiten, enz.) en een rigoreus theoretisch kader. De modellen van algemeen evenwicht zijn gebaseerd op individueel (gedecentraliseerd) optimaliserend gedrag van economische instrumenten. Omdat zij de vervormingen in aanmerking nemen ten gevolge van het van kracht zijnde belastings- en transfersysteem, werken zij onder een optimaal compromis van het tweede beste. Het is bijzonder belangrijk dit voor ogen te houden om correct de effecten van de fiscale beleidspunten te evalueren onder een gelijk evenwicht van opbrengst of onder scenario's van dubbel winstaandeel.
De verhandelbare markten van pollutievergunningen zullen volledig geïntegreerd zijn in het theoretische kader van het model en ze zullen consistent met de andere markten opereren, ervan onderscheiden door het model (meer bepaald de kapitaal- en arbeidsmarkten). De combinatie van verschillende beleidsinstrumenten zal bijgevolg mogelijk zijn en de gevolgen ervan zullen op een coherente manier worden geëvalueerd. Omdat bijvoorbeeld de marginale kostenkrommen van de vermindering van de pollutie niet constant zijn in een context van een algemeen evenwicht, zal de markt van de vergunningen direct worden beïnvloed door de andere maatregelen die worden genomen in België of elders. Aldus zal het model ons de mogelijkheid bieden om te analyseren hoe verschillende beleidsinstrumenten elkaar aanvullen.
Het project zal de volgende stadia omvatten:
1. Het uitbouwen en bijwerken van de nieuwe database: Het bouwen van de nieuwe versies van het GreenMod-model vereist een sterk opgesplitste (62 sectoren, 69 basisproducten, 20 types van huishoudens, verschillende generaties, enz.) en bijgewerkte database. Ons team zal al de relevante en gedetailleerde economische, demografische en milieugegevens voor de drie Belgische gewesten en verschillende landen/zones van de rest van de wereld verzamelen. De onbewerkte gegevens zullen worden geanalyseerd, bijgewerkt voor het referentiejaar 2001 en geharmonizeerd. Zij zullen dan worden gebruikt om de regionale en internationale matrices voor sociale verantwoording en bilaterale handelsstromen uit te bouwen. In de nieuwe database zullen de hoeveelheden en de prijzen worden onderscheiden. Het energieblok zal worden opgesplitst in negen brandstoffen en al de broeikasgassen zullen worden opgenomen.
2. De bouw van twee versies van het model:
• GreenMod-OLG: een intertemporele, dynamische versie van GreenMod met overlappende generaties en toekomstgerichte verwachtingen.
• GreenMod-IC: een recursief dynamische versie van GreenMod met de onvolmaakte concurrentie, de schaalmeeropbrengsten en een heel gedetailleerd opsplitsingsniveau (62 sectoren, 69 basisartikelen, ongeveer20 socio-economische groepen).
3. Parameterbepaling De elasticiteit van de substitutie tussen energie, kapitaal en werk, evenals tussen de brandstoffen zelf spelen een cruciale rol in het resultaat van modelsimulaties. Om de betrouwbaarheid van GreenMod te verbeteren, zal een bottom-up technico-economisch model (EPM ontwikkeld door ECONOTEC) worden gebruikt om de substitutie-elasticiteit op het gedetailleerde, sectoriële niveau in te schatten.
4. Van zodra de nieuwe versies van het model operationeel zijn, zullen er nieuwe simulaties en analyses worden uitgevoerd in overeenstemming met het Comité van de Gebruikers en het Federale Wetenschapsbeleid.
5. Op het einde van het onderzoeksproject zal er een eindverslag en een gebruikershandleiding worden verstrekt.
Interactie tussen de projectpartners
De afdeling Toegepaste Economie van de Vrije Universiteit van Brussel (DULBEA-ULB) zal belast worden met de algemene projectcoördinatie, met de database en met de bouw van het model.
Het Centre for Operations Research and Econometrics !Centrum voor Operatie-research en Econometrie) van de Katholieke Universiteit van Leuven (CORE-UCL) zal verantwoordelijk zijn voor de modellering van de verhandelbare pollutievergunningen.
ECONOTEC zal de substitutie-elasticiteit tussen de brandstoffen herinschatten onder gebruikmaking van het bottom-up model EPM.
Verwachte resultaten en/of producten
Een database voor verschillende regio's en sectoren die geïntegreerd is in een multinationale database.
Twee nieuwe versies van het regionale/globale multisectoriële model van algemeen evenwicht dat specifiek werd uitgebouwd voor de analyse van het energie- en milieubeleid.
Basisramingen.
Analyse betreffende de regionale effecten van het implementeren van het Kyoto-protocol.
Gebruikershandleiding voor de twee versies van het model.
Eindverslag.
Contactpersoon voor informatie
Coördinator
Ali Bayar
Université Libre de Bruxelles (ULB)
Département d’Economie Appliquée (Afdeling Toegepaste Economie) (DULBEA)
F.D. Rooseveltlaan 50, CP140
B-1050 Brussel
Tel: +32 (0)2 650 41 15
Fax: +32 (0)2 650 41 37
Ali.Bayar@ulb.ac.be
http://www.ecomod.net
Promotoren
Marc Germain
Université Catholique de Louvain (UCL)
Center for Operations Research and Econometrics (CORE)
34, voie du Roman Pays
B-1348 Louvain-la-Neuve
Tel: +32 (0)10 47 82 57
Fax: +32 (0)10 47 43 01
germain@core.ucl.ac.be
http://www.core.ucl.ac.be
Francis Altdorfer
Econotec
square Ambiorix 45
B-1000 Brussel
Tel: +32 (0)65 31 63 43
Fax: +32 (0)65 84 30 91
e-mail : Francis.Altdorfer@econotec.be
Internet : www.econotec.be
Gebruikerscomité
Guy VANDILLE, Federaal Planbureau, Diensten van de Eerste Minister en van de Minister van Economische Zaken
Didier PAQUOT, Union wallonne des entreprises
Sara OCHELEN, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, AMINAL, Afdeling Algemeen Milieu en Natuurbeleid
Tine TANGHE, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie
Jacques CORNET, Ministère de la Région wallonne, Direction générale des Ressources naturelles et de l'Energie.
Dynamic Regional and Global Multi-Sectoral Modelling of the Belgian Economy for Impact, Scenario and Equity Analysis GreenMod II : final report
Bayar, Ali - Dramais, Frédéric - Mohora, Cristina ... et al Brussels : Belgian Science Policy, 2008 (SP1885)
[Om te downloaden]
[Om te bestellen]
Equations : appendix 1
Brussels : Belgian Science Policy, 2008 (SP1886)
[Om te downloaden]
Model Interface : appendix 2
Brussels : Belgian Science Policy, 2008 (SP1887)
[Om te downloaden]
Similation results : appendix 3
Brussels : Belgian Science Policy, 2008 (SP1888)
[Om te downloaden]
