Onderzoeksproject EV/35 (Onderzoeksactie EV)
Context
Het MOCHA project maakt deel uit van het onderzoek naar “Global Change, Ecosystemen en Biodiversiteit” van het Tweede Plan ter wetenschappelijke ondersteuning van een beleid gericht op duurzame ontwikkeling (PODO 2). Het project richt zijn aandacht op de “Evaluatie van nieuwe methodologieën en technologieën voor de studie van sedimenttransport” en op de “Definitie van een nulpunt referentiekader voor het mariene ecosysteem in de Noordzee”.
Beschrijving van het Project
Doelstellingen
Het MOCHA project richt zich op het cohesieve sedimenttransportsysteem op het Belgische Continentale Plat (BCP). De aanwezigheid van slibvelden en hoge turbiditeit is reeds het onderwerp geweest van verschillende studies. De oorsprong van het slib blijft echter onderwerp van discussie. Slib wordt getransporteerd door natuurlijke processen, maar ook menselijke activiteiten (bagger- en stortoperaties) hebben een invloed. Het project is daarom gestructureerd rond twee doelstellingen:
1. Onderzoek van de bijdrage van de verschillende mogelijke slibbronnen door verzameling en kritische analyse van bestaande gegevens, door het uitvoeren van slibtransportmetingen en door de sedimentsterkte, het erosiegedrag, de kleimineralogie, de microfossielen, de geochemische en geologische karakteristieken te analyseren.
2. De invloed van menselijke activiteiten wordt onderzocht door na te gaan hoe bagger- en stortoperaties en de bouw van havenconstructies het cohesieve sedimenttransportsysteem hebben veranderd.
Een nauwkeurige kennis van de verspreiding, van het transportsysteem en van de verschillende bronnen van cohesieve sedimenten is van groot belang voor de economie (bagger- en stortactiviteiten), het milieu en voor het opzetten van een referentiekader voor een duurzaam beheer van de Noordzee. Het project zal informatie verschaffen die nodig is om de algemene en permanente verplichtingen uit te voeren van monitoring en evaluatie van de effecten van menselijke activiteiten op het mariene ecosysteem, waartoe België zich toe geëngageerd heeft via de OSPAR Conventie (1992). De constructie en uitbreiding van de haven van Zeebrugge en van de vaarroutes hebben efficiënte sedimentatieplaatsen gecreëerd en hebben dus het natuurlijke systeem veranderd. Uitbreidingen van havens, verdieping van vaargeulen en andere grootschalige projecten (windmolenparken), zullen doorgaan in de toekomst. De keuze van efficiënte stortplaatsen met een kleine impact op het milieu is een essentieel deel van het duurzaam beheer. De tweede doelstelling - de bepaling van de menselijke impact - zal leiden tot de definitie van een nulpunt referentiekader voor het slibsysteem, een situatie met sterk gereduceerde menselijke invloed. Kennis van dit referentiekader is nodig voor de publicatie van het “North Sea Quality Status Report”, een objectief van het OSPAR “Joint Assessment and Monitoring Programme”.
Methodologie
Het project baseert zich op de expertise van onderzoekers met een verschillende achtergrond om de relevante gegevens te verzamelen, de metingen uit te voeren en de gegevens te analyseren. Het is belangrijk te onderstrepen dat het project het transportsysteem op een regionale schaal, i.e. de Belgische schaal, tot doel heeft. Hiermee is het MOCHA project gekoppeld aan het PODO-II MAREBASSE project, dat zich meer richt op specifieke locaties.
Verwachte resultaten en/of producten
Een belangrijk resultaat van het project is de definitie en classificatie van het slib. Gegevens over het transportproces zullen worden voorgesteld die essentieel zijn om te antwoorden op vragen over samenstelling, oorsprong en verblijf van het slib op het BCP, de veranderingen van de sedimentkarakteristieken door bagger- en stortoperaties, de effecten van natuurlijke variaties, de netto input van schadelijke stoffen in het ecosysteem en de mogelijkheid om zowel de impact als de input te verminderen.
De specifieke te verwachten resultaten van het project zijn de volgende:
• Overzicht van de verspreiding en karakteristieken van het slib.
• Opstellen van een classificatie van cohesieve sedimenten op de bodem en in suspensie volgens hun kleimineralogie, korrelgrootte en geologische karakteristieken.
• Opstellen van een classificatie van deze sedimenten volgens hun erosiegedrag.
• Gedetailleerde analyse van de verschillende slibbronnen.
• Recalibratie en validatie van het 2D sedimenttransportmodel met behulp van de nieuwe gegevens.
• Simulatie van het huidige (inclusief de menselijke ingrepen zoals havens, vaargeulen en stortactiviteiten) en het vroeger sedimenttransport (voordat de menselijke impact significant was, dit is ongeveer 1 eeuw geleden). De menselijke invloed op het cohesieve sedimenttransport zal gekwantificeerd worden met behulp van de numerieke modelresultaten en van historische gegevens (Gilson collectie).
• Opstelling van een nulpunt referentiekader (d.i. een situatie met een zeer beperkte menselijke impact) voor het mariene ecoysysteem in de slibrijke zones van het BCP
Partners
Activiteiten
BMM
Het gebruik van numerieke modellen helpt de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee om mariene fenomenen beter te begrijpen. Het onderzoek wordt gestuurd door vragen van de overheid en door internationele verplichtingen en impliceert ook dat de resultaten van de numerieke simulaties moeten worden geverifieerd en gevalideerd. De meetcampagnes die de BMM op zee uitvoert dienen daarom ook om een goede overeenkomst tussen modelresultaten en waarnemingen te verzekeren.
KULeuven
Het laboratorium voor Historische Geologie (KULeuven) is een subcontractor van de BMM en gebruikt zijn expertise van kleimineralen om de geologie van kleiafzettingen te bestuderen.
RCMG
Het onderzoeksteam van het Renard Centre of Marine Geology is gespecialiseerd in het gebruik en de validatie van geo-akoestische technieken (o.a. voor de prospectie van mariene aggregaten en voor kartering van habitat).
Coördinaten
Coördinator
Michael Fettweis
Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN-IRSNB-RBINS)
Management Unit of the North Sea Mathematical Models (MUMM-BMM-UGMM)
Gulledelle 100
B-1200 Brussel
Tel: +32 (0)2 773 21 32
Fax: +32 (0)2 770 69 72
m.fettweis@mumm.ac.be
http://www.mumm.ac.be
Promotoren
Vera Van Lancker
Universiteit Gent (UGent)
Renard Centre of Marine Geology (RCMG)
Krijgslaan 281, S8
B-9000 Gent
Tel: +32 (0)9 264 45 89
Fax: +32 (0)9 264 49 67
vera.vanlancker@ugent.be
http://allserv.ugent.be/~jphenrie
Noël Vandenberghe
Katholieke Universiteit Leuven (KUL)
Historische Geologie
Redingenstraat 16
B-3000 Leuven
Tel: +32 (0)16 326438
Fax: +32 (0)16 326401
Noel.vandenberghe@geo.kuleuven.ac.be
Gebruikerscomité
Dirk De Brauwer, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Waterwegen en
Zeewezen, Afdeling Maritieme Toegang
Johan C. Winterwerp, WL|Delft Hydraulics & Technische Universiteit Delft
Jan Mees, Vlaams Instituut voor de Zee
Jaak Monbaliu, Laboratorium voor Hydraulica, Katholieke Universiteit Leuven
Mud Origin, Characterisation and Human Activities (MOCHA) : final report
Brussels : Federal Science Policy, 2007 (SP1764)
[Om te downloaden]
[Om te bestellen]