Onderzoeksproject I2/AE/210 (Onderzoeksactie I2)
1/10/2003-30/9/2005
Als gevolg van een aantal internationale conventies die door België geratificeerd werden, en in het bijzonder de Global strategy for Plant conservation, is het een verplichting om een inventaris te bezitten van de bronnen van plantenmateriaal, zowel in situ (in het wild) als ex situ (in collecties gekweekt). Voor de situatie in situ bestaat er een inventaris die up to date gehouden wordt. Voor de ex situ collecties bestaat een dergelijke inventaris niet, of toch niet onder een consulteerbare vorm. De inventarisatiegraad van de collecties is heel verscheiden, van een steekkaartensysteem, een rekenblad, een eenvoudige database tot een vrij complex elektronisch bestand.
Door de Vereniging van botanische tuinen en arboreta wordt een prototype van een elektronisch bestand uitgebouwd dat centraal consulteerbaar is, over alle collecties heen. Dit centrale systeem moet aansluiting geven op internationale systemen, via een connectie met BeBIF, het Belgische knooppunt van het Global Biodiversity Information Facility. Het aantal deelnemende collecties werd beperkt tot zes, en om de inhoud van het prototype te beperken, worden enkel houtige gewassen opgenomen. Gezien het internationaal belang is voorzien in het gebruik van verschillende Europese talen.
Het project startte met de inventarisatie van de beschikbare systemen in de verschillende collecties, en de studie van de structuur van de data. Er werd beslist hoe het centrale platform er zou uitzien dat bij iedere partner geïnstalleerd wordt. Bij de partners die al een gedeeltelijk geïnformatiseerd bestand bezitten, worden de programma's geschreven om de gegevens om te zetten in een platform dat hetzelfde is voor alle partners. Er wordt beslist welke velden en gegevens vanuit het platform, dat bij iedere partner geïnstalleerd is, zullen ingevoerd worden in het centrale bestand. Dit centrale bestand zal niet alleen de toegang zijn, via internet, voor de rest van de wereld, maar zal ook gebruikt worden om (in een tweede fase) plantenetiketten te graveren met een laser gestuurde graveermachine, op één centrale plaats, waarbij de opdrachten gegeven worden vanuit de individuele collecties; het zal ook dienen om de collecties documentair te ondersteunen met tekeningen, foto's en dgl. In een tweede fase worden de gegevens ook gekoppeld aan een GIS systeem, wat beheer binnen de collectie ten zeerste moet vergemakkelijken en de ontwikkeling van educatieve programma's, on site, door middel van touch screens moet mogelijk maken.
In dit project wordt een bijzondere aandacht gegeven aan de kwaliteit van de gegevens die opgeslagen worden. Een gespecialiseerd medewerker bezoekt alle collecties en doet een controle op de correcte identificatie van de planten of zorgt voor een volledige identificatie en controle.
In een eerste fase moeten 25.000 datasets na 15 maanden beperkt consulteerbaar zijn. Na 24 maanden moet het systeem vrijgegeven kunnen worden in de verschillende taalversies. Alle anomalieën bij het inventariseren en encoderen moeten weggewerkt zijn. Bij één partner moet het GIS systeem en de technologie via touch screen proefdraaien.
In de tweede fase worden nieuwe partners toegevoegd, wordt de kwaliteit van de informatie aangevuld met beeldmateriaal van levend materiaal, herbariummateriaal, publicaties... . De centrale databank wordt uitgebreid met gegevens van de wilde biodiversiteit en met gegevens van niet houtige gewassen. De laser gegraveerde etiketten moeten kunnen aangemaakt worden vanaf het centrale bestand. De implemantatie van het GIS systeem en van het bevragingssysteem door het grote publiek, moet bij de verschillende partners geïmplementeerd zijn.
Deze IT ontwikkeling moet een andere attitude ten opzichte van IT teweegbrengen en moet een voorbeeldfunctie hebben voor andere (dikwijls internationale) projecten. Niet alleen het gespecialiseerde publiek (onderzoeksinstellingen e.d.) wordt geviseerd, maar ook het grote publiek, de tuinbouwscholen, de socio culturele verenigingen, de professionele wereld van tuinarchitecten en landschapsarchitecten.
- Contactpersoon (Coördinator van het project):
Vereniging van Botanische Tuinen en Arboreta vzw
Joannes Rammeloo
Nieuwelaan 38
1860 MEISE
Tel : 02 260 09 28
Fax : 02 260 09 45
rammeloo@br.fgov.be
PARTNERSCHAP
Coördinator Vereniging van Botanische Tuinen en Arboreta vzw
Partner 1 Arboretum Kalmthout vzw
Partner 2 Universiteit Gent (UG) - Plantentuin
Partner 3 Arboretum Hof ter Saksen
Partner 4 Arboretum Bokrijk
Partner 5 Kruidtuin Leuven
Partner 6 Plantentuin van de Stad Antwerpen
Partner 7 Universiteit Gent (UG)
Partner 8 Dendrologie Belge asbl
Partner 9 Nationale Plantentuin van België
Partner 10 Arboretum Lenoir / Région Wallonne