De doelstellingen van het project waren :
  1. Het opmaken van een inventaris van de standaardisatie vereisten in het gebied van de informatica binnen de gezondheidszorg met inbegrip van de prioriteiten van de behoeften, uitvoerbaarheid van de taken en studie van reeds voorhanden zijnde oplossingen. Europese programma's zoals die van CEN/TC 251 (Europees Standaardisatie Comité, Technisch Comité voor Medische Informatica) en van EWOS/EG MED (Europese Werkgroep voor Open Systemen / Medische Experten Groep) werden gebruikt als referentie.

  2. Het opmaken van een inventaris van bestaande relaties tussen pre-normatieve onderzoeksprojecten (met Belgische participatie) en standaardisatie aktiviteiten teneinde cohesie en synergie te verzekeren (het doorspelen van O&O resultaten naar het standaardisatie proces enerzijds en het aanwenden van aanvaarde standaarden of pre-standaarden als platform voor nieuw en innovatief onderzoek anderzijds).

  3. De studie van de mogelijkheid om complementaire standaarden, die verschillende toepassingen overkoepelen, te integreren teneinde in de oplossingen een volledige samenhang na te streven. Dit kan enkel worden bereikt door het invoeren van validatie-experimenten na de onderzoeksfase en van grote operationele piloten na de aanvaarding van de standaarden. Voor de opzet van dergelijke projecten moeten de verschillende applikatie-domeinen en partners gedefiniëerd worden, daarbij rekening houdend met hun kennis en vroegere betrokkenheid.

  4. De studie van de partijen en van de krachten die een rol spelen gedurende het volledige proces (met inbegrip van aanvaarding en uitbating der standaarden).

  5. De studie van de legale, organisatorische en sociale aspecten, met inbegrip van de beveiliging hetgeen van onmiskenbaar belang is in gezondheidszorgsektor.

  6. Vastleggen van criteria voor de keuze van centra voor "conformance testing", certificatie en accreditatie waar dit nodig is.

  7. De studie van een plan voor de promotie via representatieve groepen (met inbegrip van gebruikers, beleidsmensen, verkopers van systemen, telecommunicatie maatschappijen, verdelers van diensten met toegevoegde waarde) en door middel van de verspreiding van relevante documenten via een secretariaat.

In een apart hoofdstuk wordt speciale aandacht besteed aan het probleem van het zgn. globaal electronisch patiëntendossier, een prioritaire vraag in België en elders in Europa. Deze studie stelt in dat verband technische specificaties voor van een nieuwe standaard, getiteld 'Electronisch resumé van een zorg-episode' die onmiddellijk bruikbaar en implementeerbaar is.

Algemene Besluiten en Aanbevelingen

Het wordt algemeen erkend dat de continue en systematische beschikbaarheid van de medische dienstverlening een vitale schakel is in ons sociaal netwerk. Informatiesystemen (telecommunicatie- en computer-technologieën) gaan in de nabije toekomst een sleutelrol vervullen bij de ondersteuning van nieuwe gezondheidszorgsystemen, alsook in de permanente opleiding en training van gezondheidswerkers.

Zelfs als we stellen dat alle fundamentele hard- en softwareproblemen opgelost zijn, dan nog blijven er heel wat uitdagingen. Knelpunten zijn ondermeer de organisatorische, legale en etische aspecten. De implementatie van nieuwe informatiesystemen in het gezondheidswezen zal daarom een gelijktijdige aanpak vergen op diverse fronten.

  1. Pas sedert de intrede van telematica in de gezondheidszorg bleek de dringende behoefte te bestaan voor een meer georganiseerde aanpak van standaardisatie-initiatieven. Incompatibiliteit van systemen, omwille van het gebrek aan hogere niveau standaarden, resulteert in een onoverkomelijke barrière voor verdere vooruitgang. Steeds weer duiken deze hindernissen op wanneer allerlei organisaties binnen de gezondheidszorg oplossingen ontwikkelen voor elektronische gegevensuitwisseling of voor het verlenen van toegang tot elkaars informatie- en kennissystemen.

  2. Europa heeft gedurende de voorbije jaren aanzienlijk geïnvesteerd in pre-standaardisatie activiteiten via onderzoeksprogramma's (EU-DG XIII) en via standaardisatie- projekten in de gezondheidszorg-informatica en telematica (EU - DG III en CEN/TC 251). Op vlak van competitiviteit is het essentieel het Europese impact op de internationale standaardisatie in dit gebied te behouden en zelfs te verstevigen. Indien de internationale standaarden gebaseerd worden op de Europese standaarden ligt het in de verwachting dat de Europese industrie en handel daar in de toekomst de vruchten zal van plukken. België heeft bij het opstarten van CEN/TC 251 in Europa een vooraanstaande rol gespeeld en het ziet er naar uit dat hetzelfde nu staat te gebeuren op wereldschaal (cfr. mogelijke totstandkoming van een ISO TC voor Informatica/Telematica in de gezondheidszorg).

  3. Paradoxaal genoeg is er in de sector van de gezondheidszorg een kloof tussen standaardisatie aktiviteiten in Europa en de oplossingen die door de Belgische industrie geboden worden. Dit alles resulteert in verkeerde investeringen. De Belgische industrie, hoofdzakelijk kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's), geniet een hoog aanzien op vlak van informatica/telematica in de gezondheidszorg. Ze zou echter meer voordeel moeten halen uit standaarden om de ontwikkelings- en onderhoudskosten te drukken, haar marktpositie te vrijwaren en de uitvoer van produkten en diensten verder te bevorderen (schaaleconomie).
    Het bestaan van standaarden vermindert risico's en kosten, eigen aan het verwerven van een markt, hetgeen van bijzonder belang is voor KMO's.

  4. De kloof tussen standaardisatie en industrie kan grotendeels verklaard worden doordat de betrokken KMO's slechts over weinig middelen beschikken. Zij moeten nog verder uitgroeien en kunnen in realiteit geenszins voldoende fondsen vrijmaken om te investeren in standaardisatie aktiviteiten.
    In België en Europa spelen de autoriteiten dientengevolge (met inbegrip van het gezondheidsbeleid) een arbitrerende rol als bemiddelaars, teneinde te voorzien in de nodige middelen en om de verschillende aktoren samen rond de tafel te brengen. Het is naïef en gevaarlijk, vooral in de sektor van de gezondheidszorg, uitsluitend te rekenen op de industrie.

  5. Nu het er naar uitziet dat integratie en communicatie tussen verschillende organisaties de markt aanzwengelt, begeven de grotere bedrijven (Telecom bedrijven, leveranciers van netwerken met toegevoegde waarde, farmaceutische bedrijven) zich eveneens op deze markt. Ze vormen hierbij allianties met KMO's, die op hun beurt versmelten en groeien.

  6. De gebruikers binnen de sektor van de medische informatica zijn gezondheidszorg-organisaties en gezondheidswerkers die informatica en telematica systemen kopen. Zij spelen een belangrijke rol bij de identificatie van vereisten en prioriteiten en bij het oplossen van complexe problemen (bv. beveiligingsaspecten). Voor wat betreft de geneeskunde en gezondheidszorg, zullen burgers steeds hun verwachtingen in de kwaliteit van de gezondheidszorg baseren op elementen die verder reiken dan enkel de puur commerciële aspecten.

  7. Het Belgische gezondheidswezen (Ministerie van Volksgezondheid, Ziekenfondsen,%) vervult een regulerende rol en heeft een aanzienlijke impact op de markt binnen de gezondheidszorg. Beleidsmensen binnen de gezondheidszorg zijn volop bezig met het zoeken naar een beter informatiebeheer en meer efficiënte vormen van informatie-uitwisseling tussen alle actoren in dit gebied : standaarden voor het uitwisselen van elektronische gegevens zijn nu daarom cruciaal geworden.
    Om bestaande standaarden te kunnen doorvoeren, is het onontbeerlijk te kunnen rekenen op een verregaande steun van de overheid. Deze implementaties zullen worden vergemakkelijkt indien Belgische wetteksten duidelijk verwijzen naar dergelijke standaarden en hun specificaties (cfr. Kassebaum-Kennedy Bill, 19 augustus, U.S.). Zulke officiële richtlijnen zouden eveneens moeten voorzien in een positieve aanmoediging van alle betrokkenen.

  8. Men is het erover eens dat het domein van de gezondheidszorg een moeilijke markt is. De krachten in dit gebied worden bepaald door aktoren uit verschillende hoeken : gezondheidszorg-beleid, leveranciers van informatica-systemen en diensten, onderzoekers, gebruikers met hun organisaties alsook andere strategische groepen. Bepaalde fora, zoals PROREC in België en EHTO in Europa zijn essentieel om allen die een rol spelen in deze sektoren dichter bij elkaar te brengen, om een bepaalde openheid te creëren, om stapsgewijs de vereiste consensus te bereiken, om te helpen met de coòrdinatie van de bestaande inititatieven, om de cohesie en synergie te versterken, om de bestaande standaarden te promoten, om certificatie toe te laten, alsook om verdere strategieën uit te werken.

  9. Vooraleer ze worden geïmplementeerd zouden standaarden-oplossingen moeten worden aangepast aan eigen nationale situaties (cfr. organisatorische, legale en andere aspecten), alsook getest en gevalideerd worden. Pilootprojekten kunnen hiertoe worden opgezet (cfr. het Synapsis-project CM/XX/08 van DWTC). De hoogste prioriteit in België (hetzelfde geldt voor andere landen) is de uitwisseling van het elektronisch medisch dossier en/of de ontslagbrief. De idee van de "Elektronische Samenvatting van een Zorgen Episode" is in deze context een veelbelovende benadering omdat dit de creatie mogelijk maakt van een patiëntgericht, longitudinaal en virtueel medisch dossier dat beschikbaar is in een netwerkomgeving.
    Potentiële partners in dergelijke pilootprojecten moeten zorgvuldig worden geselekteerd (met als belangrijkste criteria de ervaring binnen het gebied en de betrokkenheid) en dit onder het toezicht van de overheid (Ministerie van Volksgezondheid).

 
VORRIGE PAGINA