NL FR EN
www.belgium.be

REturn to work after Burn-Out (RE-Born)

Onderzoeksproject B2/223/P3/RE-Born (Onderzoeksactie B2)

Personen :

Beschrijving :

Context

Burn-out is een belangrijk volksgezondheidsprobleem, dat zich ook manifesteert binnen de Belgische federale overheid.

Doelstellingen

Het algemene en lange-termijn doel van dit project, gefinancierd door BOSA en BELSPO, is het verminderen van de prevalentie van burn-out en het verbeteren van re-integratie na langdurige afwezigheid door burn-out binnen de Belgische federale administratie (FA). Om dit te realiseren richt het RE-BOrn project zich op secundaire en tertiaire preventie van burn-out (BO).

Methodologie

Praktijk- en beleidsgericht onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van 3 werkpakketten (WP1, WP2, WP3), die aangepast zijn aan de noden/context van de Belgische federale administratie (FA). Elk WP hanteert een ‘mixed-methods’ aanpak waarbij kwantitatieve gegevens gecombineerd worden met kwalitatieve inhoudsanalyses. Elk WP wordt afgesloten met praktische aanbevelingen voor de relevante partners en stakeholders. Meer bepaald, brengt WP1 de huidige re-integratiepraktijken en -beleidslijnen in de FA in kaart via documentanalyse en interne benchmarking, rekening houdende met wetenschappelijke literatuur. WP2 betreft de creatie, evaluatie en verbetering van een Burnout Behandel Programma (BOTP) voor werknemers van de Federale Administratie (i.e., FA-BOTP), gebaseerd op het Burnout Behandel Programma (BOTP) dat in 2019 werd uitgetest door het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico's (FEDRIS; Hansez et al., 2019). Met behulp van focusgroepen zal deze BOTP aangepast worden aan de noden/context van de FA. Met een pre/post-interventie design zal vervolgens de effectiviteit van de FA-BOTP worden geëvalueerd op het vlak van BO symptomen, ziekteverzuim en de algemene tevredenheid van de deelnemers over het FA-BOTP programma. Tot slot, zullen via de Delphi-methode richtlijnen opgesteld worden voor toekomstig gebruik van de FA-BOTP. In WP3, tot slot, wordt het nieuw ontwikkelde zelfbeoordelingsinstrument 'Burnout Re-integratie Monitor' (BRM; Rooman et al., 2022) geïmplementeerd en geëvalueerd. De BRM brengt de gepercipieerde kwaliteit van re-integratie na burn-out in kaart. Hierbij wordt ook gekeken naar de meest proximale antecedenten van re-integratiekwaliteit na burn-out. Eerst wordt de BRM aangepast aan de context van de FA. Vervolgens wordt met een longitudinale bevraging het dynamische proces van re-integratie na burn-out onderzocht. In dit project zal tevens aandacht besteed worden aan verschillende sociaal-demografische groepen en hoe zij het re-integratieproces ervaren.

Impact

Er zijn vier belangrijke drijfveren voor dit project. Ten eerste, sinds de invoering van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk ("welzijnswet") is er meer aandacht gegaan naar psychosociale gezondheid op het werk en staat -zoals in het RE-BOrn project- een multidisciplinaire aanpak centraal. Deze wet is vooral gericht op de verbetering van de arbeidsomstandigheden en primaire preventie (Hansez & Mairiaux, 2016), wat lovenswaardig is maar voorbijgaat aan andere vormen van preventie, zoals secundaire en tertiaire preventie. Het RE-BOrn-project pakt deze lacune aan door werknemers die een burn-out hadden, te helpen re-integreren en de algemene kwaliteit van hun werk te verbeteren. Ten tweede, draagt het RE-BOrn-project bij tot meer wetenschappelijk inzicht in preventie van burn-out aangezien er tot vandaag verrassend weinig onderzoek is naar secundaire en tertiaire preventie. Ten derde voert het RE-BOrn project, in het kader van de BRAIN-be 2.0 projectoproep, beleidsvoorbereidend onderzoek uit dat de herlanceringsstrategie van de Belgische economie en arbeidsmarkt na COVID-19 helpt ondersteunen. Door de kwaliteit van re-integratie op het werk te bevorderen, kan de FA haar productiviteit verhogen en de kost van burn-out (o.a. absenteïsme) op lange termijn verminderen.

Tot slot, door aandacht te hebben voor welzijn op het werk, inclusief re-integratie na psychische aandoeningen (zoals burn-out), neemt de FA een maatschappelijke voorbeeldfunctie op. Deze vier drijfveren illustreren de organisatorische, wetenschappelijke, beleidsmatige en maatschappelijke impact van het RE-BOrn project.

Voor de valorisatie wordt beroep gedaan op stakeholders en partners die deel uitmaken van een follow-up overlegcomité (deskundigen). De belanghebbenden van dit project zijn niet alleen de federale overheden, maar ook de gezondheidswerkers, preventiediensten, werkgevers, sociale partners, academici, beleidsmakers en de ruimere Belgische bevolking. Stakeholders en leden van het follow-up overlegcomité worden uitgenodigd om deel te nemen aan het project via interviews, focusgroepen, vergaderingen en het implementeren/evalueren van de interventies. De projectresultaten zullen worden meegedeeld aan alle belanghebbenden inclusief het bredere publiek en de onderzoekgemeenschap.