NL FR EN
www.belgium.be

Problematisch gebruik van drugs

Onderzoeksproject DR/11 (Onderzoeksactie DR)

Personen :

  • M.  KAMINSKI Dan - Université Catholique de Louvain (UCLouvain)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/12/2003-31/8/2004
  • Prof. dr.  DECORTE Tom - Universiteit Gent (UGent)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/9/2003-31/10/2004

Beschrijving :

1. Probleemstelling

In de Federale Drugnota (1) wordt 'problematisch druggebruik' omschreven als een 'gebruikspatroon dat men niet meer onder controle heeft'. Op dat moment werd aangegeven dat dit begrip verder verduidelijkt zou worden in een wetsontwerp, een koninklijk besluit en een circulaire voor de politie en de parketten.

Deze verdere verduidelijking vinden we in eerste instantie in het nieuwe art. 11 § 2 van de Drugwet, ingevoerd door art. 16 van de Wet van 3 mei 2003 (2): ‘gebruik dat gepaard gaat met een graad van verslaving die de gebruiker niet langer de mogelijkheid biedt zijn gebruik te controleren en dat zich uit door psychische en lichamelijke symptomen’.

Deze vage definitie heeft tot gevolg dat de term 'problematisch gebruik' op het ogenblik zeer subjectief is en vatbaar voor interpretatie. Er bestaat aldus een grote noodzaak tot verduidelijking van dit concept. Het bestempelen van een bepaald gebruik van drugs als 'problematisch' is evenwel een complex fenomeen.

2. Doelstellingen van het onderzoek
Het onderzoek is erop gericht het begrip problematisch gebruik in kaart te brengen. De studie wil de volgende specifieke onderzoeksdoelstellingen verwezenlijken:

(1) uitklaren en verduidelijken van het concept ‘problematisch gebruik’
(2) inzicht verkrijgen in de definitie en de constitutieve elementen van het concept ‘problematisch gebruik’
(3) operationaliseren van het begrip ‘problematisch gebruik’

3. Beschrijving van het onderzoek

Dit onderzoek bestaat uit twee delen: een analyse van wetenschappelijke literatuur en een kwalitatief empirisch onderzoek waarbij de verschillende terreinwerkers betrokken worden.

Het eerste luik van het onderzoek is opgevat als een literatuurstudie die zowel de binnenlandse (Nederlandstalig én Franstalig) als de buitenlandse wetenschappelijke literatuur behelst. Zij is toegespitst op officiële (beleids)documenten, empirische onderzoeksliteratuur en eerder theoretische analyses inzake het verslavingsfenomeen en uiteenlopende patronen van drugsgebruik. Deze literatuurstudie beoogt enerzijds een accuraat beeld te bieden van de evolutie van de wetenschappelijke constructen inzake verslaving en problematisch gebruik, en anderzijds een gedetailleerde analyse van mogelijke indicatoren van problematische vormen van druggebruik. Bovendien wordt ook aandacht besteed aan wetenschappelijke en grijze literatuur vanuit de diverse betrokken sectoren (hulpverlening, preventie, politie, justitie) en aan bronnen die bepaalde patronen van druggebruik omschrijven als NIET-problematisch of 'gecontroleerd'.

Daarnaast wordt er in het kader van dit onderzoeksproject een empirisch onderzoek uitgevoerd. Dit heeft twee doelstellingen:

(1) het peilen naar de (expliciete) visie(s) en de (vaak impliciete) definitie(s) van de experten bij de verschillende terreindiensten (preventie, hulpverlening, politiediensten, magistratuur), en
(2) het samen uitwerken van operationele definities met de betrokken actoren. Aangezien het fenomeen 'problematisch druggebruik' zich naar het beleid toe op verschillende niveaus situeert, zullen we in ons contact met het werkveld rekening houden met deze verschillende sectoren.

De eerste relevante sector is volksgezondheid, in hoofdzaak de hulpverlening, aangezien het begrip 'problematisch gebruik' toegespitst is op de problemen die druggebruik veroorzaakt voor de gebruiker zelf (in tegenstelling tot het begrip 'openbare overlast', dat meer gericht is naar de schade die wordt toegebracht aan de omgeving van de gebruiker).
Ten tweede is dit concept relevant voor justitie: het wordt in de Federale Drugnota beschouwd als een discriminerend kernbegrip in de strafrechtelijke reactie ten aanzien van drugs.
Ten derde maken de politiediensten gebruik van dit concept, aangezien zij dienen uit te maken wat er met de gebruiker zal gebeuren.

Dit empirische luik (i.e. de bevraging van de terreindiensten) bouwt voort op eerdere onderzoekservaringen en uitgebreid geteste onderzoekstechnieken. Terreinwerkers zullen in groep gevraagd worden om (zowel reële als fictieve) casussen inzake druggebruik te beoordelen.


Coördinator: Prof. dr. T. DECORTE
Instituut voor Sociaal Drugsonderzoek (RUG)
Onderzoekspartner: Prof. Dr. Dan Kaminski
Département de Criminologie et de Droit Pénal (UCL)

(1) FEDERALE OVERHEID, Beleidsnota van de Federale Regering in verband met de drugproblematiek, elektronische kopie
[http://www.health.fgov.be/vesalius/factory/DRUGS/NL/Drugsnota-NL.pdf]

(2) Wet van 3 mei 2003 tot wijziging van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica (B.S. 02.06.2003).

Documentatie :


  • DR/11 op de Drugs website

    A study of the operationalisation of the concept in a legal context : summary    Brussels : Federale Science Policy, 2004 (PB1421)
    [Om te downloaden

    Problematisch gebruik van (illegale) drugs : onderzoek naar de operationalisering van het concept in een wettelijke context : eindrapport = L'usage problématique de drogues (illégales) : recherche concernant l'opérationnalisation du concept dans un contexte légal : rapport final  Decorte, Tom - Kaminski, Dan - Muys, Marjolein ... et al  Gent : Academia Press, 2005 (PB6114)
    [Om te downloaden]  [Om te bestellen

    Une recherche de l'opérationnalisation du concept dans un contexte légal : résumé    Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2004 (SP1419)
    [Om te downloaden

    Onderzoek naar de operationalisering van het concept in een wettelijke context : samenvatting    Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2004 (SP1420)
    [Om te downloaden