NL FR EN
www.belgium.be

Kennis en toepassing van evidence-based richtlijnen in de verslavingszorg

Onderzoeksproject DR/25 (Onderzoeksactie DR)

Personen :

Beschrijving :

Probleemstelling en doelstelling

Middelenmisbruik is vaak een langdurige en complexe problematiek, die gepaard gaat met andere problemen, zoals werkloosheid, relationele problemen, psychische en lichamelijke klachten, contacten met politie en justitie of financiële problemen. Het zorgaanbod voor personen met alcohol- of andere middelengerelateerde problemen omvat dan ook uiteenlopende zorgmodules, zoals vroeginterventie, substitutiebehandeling, ontwenning, drugvrije behandeling, nazorg, psychiatrische behandeling, huisvesting,….
Bij gebrek aan evaluatieonderzoek in de alcohol- en drughulpverlening is er in ons land weinig of geen informatie bekend over de effectiviteit van deze behandelingsvormen. De internationale literatuur omvat wel heel wat wetenschappelijk onderzoek over de werkzaamheid van bepaalde interventies. Er is bijgevolg enige tot voldoende evidentie beschikbaar met betrekking tot de effectiviteit van bepaalde specifieke behandelingsvormen voor alcohol- en andere middelengerelateerde stoornissen.

De roep om de toepassing van meer “evidence-based practices” klinkt de laatste jaren steeds luider door in de internationale literatuur. Ook in ons land gaan vergelijkbare stemmen op. Voornamelijk de diversiteit met betrekking tot de toepassing van bepaalde interventies en de onduidelijkheid over het effect ervan, vragen om eenduidige “evidence-based” richtlijnen en protocollen. Op die manier kan een meer getrouwe toepassing van bepaalde interventies gerealiseerd worden, wat blijkt samen te hangen met gunstiger behandelingsuitkomsten. Het kostenbesparend effect van de toepassing van “evidence-based” richtlijnen en protocollen is niet zelden een doorslaggevend argument.

In verschillende landen werden reeds ‘evidence based’ richtlijnen ontwikkeld. In de Verenigde Staten werd de ‘Drug Abuse Treatment Toolkit’ op punt gesteld door UNODC en in 2006 worden de richtlijnen voor middelengerelateerde stoornissen van de American Psychiatric Association (APA) verwacht (APA Practice Guidelines). In Nederland werden de jongste jaren handleidingen uitgebracht voor de ontwikkeling van richtlijnen en werden er ook voor verschillende soorten stoornissen dergelijke richtlijnen uitgewerkt. Ook in het Verenigd Koninkrijk zijn er de afgelopen jaar door het Royal College of Psychiatrists (1994) aanbevelingen geformuleerd voor richtlijnontwikkeling. Door ‘The Department of Health’ zijn er in 2002 richtlijnen opgesteld voor de behandeling van middelengerelateerde stoornissen.

In België zijn momenteel nauwelijks ‘evidence-based’ richtlijnen beschikbaar voor de behandeling van middelengerelateerde stoornissen. De doelstelling van dit onderzoek is dan ook na te gaan welke “evidence-based” richtlijnen en protocollen bestaan voor de verslavingszorg en in welke mate deze bekend zijn en toegepast worden op de werkvloer. Uiteindelijk is het de bedoeling om consensusrichtlijnen te formuleren voor de verslavingszorg die toepasbaar zijn in de Belgische context.

Methodologie

FASE 1. Literatuurstudie

Er wordt een literatuurstudie uitgevoerd naar bestaande ‘evidence based’ protocollen en richtlijnen voor de behandeling van middelengerelateerde stoornissen. De literatuur wordt gezocht in databases zoals Medline, PubMed, Cochrane library, PsycINFO, Web of Science, relevante internetsites,... Hierbij wordt vooral de nadruk gelegd op overzichtstudies en bestaande richtlijnen en protocollen.
De volgende stap is het selecteren, het beoordelen en het graderen van literatuur naar mate van bewijs. De kwaliteit van de geselecteerde literatuur wordt beoordeeld aan de hand van vooraf bepaalde criteria. Hieruit wordt het niveau van bewijs afgeleid. Aan het einde van deze fase wordt een overzicht gemaakt van de ‘evidence based’ behandelingsprotocollen waarvoor voldoende mate van bewijs aanwezig is.

FASE 2. Navraag in de zorgsector

In eerste instantie wordt een representatieve steekproef samengesteld. Hierbij zal ervoor gezorgd worden verschillende types zorgvoorzieningen (psychiatrische ziekenhuizen en PAAZ-afdelingen, crisisinterventiecentra of EPSI-afdelingen van algemene ziekenhuizen, langdurig residentiele groepsprogramma’s met RIZIV-conventie en ambulante centra met/zonder RIZIV-conventie) en de verschillende vormen van behandelingen (ontwenningsprogramma’s, onderhoudsbehandeling, drugvrije behandeling en nazorg) in de steekproef vertegenwoordigd zijn. Er wordt vooropgesteld 50 zorgvoorzieningen te bevragen, gelijkmatig verdeeld over Vlaanderen, Wallonië en Brussel.

In tweede instantie wordt een semi-gestructureerde interview uitgewerkt op basis van de teruggevonden ‘evidence-based’ richtlijnen en protocollen uit de literatuurstudie. Hierbij wordt zowel gepeild naar de kennis als naar de toepassing van de verschillende richtlijnen. Ook de problemen, knelpunten, meningen en opmerkingen bij het toepassen van deze protocollen of elementen ervan, worden nagegaan. De respondenten zijn personen die binnen de zorgeenheid de verantwoordelijk zijn voor de behandeling van patiënten met een middelengebonden stoornis.

FASE 3. Voorstellen van ‘Evidence based’ behandelingsprotocollen die toepasbaar zijn in België (in nauw overleg met de sector)

In deze fase worden eerst conceptrichtlijnen opgesteld aan de hand van de literatuurstudie en de navraag in de zorgsector.
Om tot definitieve richtlijnen te komen, worden vervolgens focusgroepen georganiseerd. Zowel wetenschappelijke experts als een aantal deelnemers van de semi-gestructureerde interviews nemen hieraan deel. Tijdens de bijeenkomsten wordt in verschillende stappen getracht om tot een consensus te komen met betrekking tot de conceptrichtlijnen. De Delphi-methode zal gebruikt worden om de conceptrichtlijnen verder te verfijnen.

FASE 4. Aanbevelingen voor de implementatie

Met betrekking tot de aanbevelingen voor de implementatie van de definitieve richtlijnen zal zowel een beroep gedaan worden op de beschikbare literatuur inzake implementatie van richtlijnen als op de kennis van mensen in de praktijk. Reeds tijdens de focusgroepen en semi-gestructureerde interviews zal de implementatie van richtlijnen en protocollen aangehaald en uitgewerkt worden.

FASE 5. Rapportage

De bevindingen met betrekking tot de verschillende fasen van het onderzoek zullen gebundeld worden in een eindrapport.

Documentatie :


  • DR/25 op de Drugs website

    Evidence-based werken in de verslavingszorg : een stand van zaken = Les pratiques "evidence based" dans l'aide aux toxicomanes : un état des lieux  Autrique, Mieke - Vanderplasschen, Wouter - Van Ham, Sophie ... et al  Gent : Academia Press, 2007 (PB6188)
    [Om te downloaden

    Evidence-based werken in de verslavingszorg : een stand van zaken : samenvatting    Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2007 (SP1724)
    [Om te downloaden

    Les pratiques 'evidenced based' dans l'aide aux toxicomanes: Un état des lieux : résumé    Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2007 (SP1725)
    [Om te downloaden

    Evidence-based practise in substance abuse treatment in Belgium : a state of the art : summary    Brussels : Federal Science Policy, 2007 (SP1726)
    [Om te downloaden