NL FR EN
www.belgium.be

Druggebruik en psychopathologie in gevangenissen

Onderzoeksproject DR/26 (Onderzoeksactie DR)

Personen :

Beschrijving :

1. Probleemstelling

Internationaal onderzoek wijst op een hoge prevalentie van co-morbiditeit bij druggebruikers (het gecombineerd voorkomen van een majeure psychiatrische stoornis en middelenmisbruik). Zeker binnen een gevangeniscontext lijken veel personen te voldoen aan de criteria van een 'dual diagnosis' of dubbele diagnose. Naast de negatieve gevolgen voor de individuele personen die kampen met een dubbele diagnose-problematiek, onder andere omwille van het gebrek aan een uitgebouwd zorgaanbod, beïnvloedt het voorkomen van co-morbiditeit ook sterk de algemene atmosfeer in de gevangenis. Volgens recent onderzoek blijkt evenwel dat de gerapporteerde (hoge) prevalentie-cijfers sterk afhankelijk zijn van de gehanteerde assessment-methodieken. Dit onderstreept het belang van meer systematische, doorgedreven, accurate en geëigende procedures voor het diagnostiseren van co-morbiditeit. Deze vaststelling lijkt het meest van toepassing te zijn binnen specifieke settings, zoals gevangenissen, waar de implementatie van assessment-procedures sterk afhankelijk is van bijzondere randvoorwaarden. Bestaande instrumenten zijn immers vaak niet gevalideerd in gevangenissettings, er is een grote(re) kans op sociaal wenselijke antwoorden of andere vormen van antwoord-bias en het afnemen van uitgebreide testbatterijen is meer dan eens een praktische en financiële moeilijkheid waardoor de huidige assessment-protocollen in eerste instantie vaak beperkt (dienen te) blijven tot het gebruik van schriftelijke zelfrapportage-instrumenten.

2. Doelstellingen

De finaliteit van voorliggend onderzoek richt zich dan ook op het ontwikkelen van een aangepaste assessment-methodiek voor de screening van psychiatrische stoornissen en middelenmisbruik bij veroordeelde gedetineerden en geïnterneerden in (psychiatrische annexen van) Belgische gevangenissen en andere beveiligde settings (Forensisch Psychiatrische Eenheden).
Een eerste doelstelling bestaat uit het in kaart brengen van de huidige stand van zaken, met een focus op de bestaande methodieken. Daarnaast wordt ook gestreefd naar een inventarisatie van het gehanteerde instrumentarium.
Een tweede belangrijke doelstelling richt zich op het exploreren van de bestaande wetenschappelijke literatuur uit binnen- en buitenland met betrekking tot de assessment van psychiatrische stoornissen en middelenmisbruik. Tevens wordt hierbij ook aandacht geschonken aan het exploreren en beschrijven van een aantal (binnen- en vooral buitenlandse) voorbeelden van 'good practices'. Naast een brede algemene literatuurscreening, zal hierbij specifiek worden gefocust op onderzoek binnen gevangenissettings en de hieraan gekoppelde eigenheden. De noodzaak voor specifieke forensische benaderingen zal hierbij ook worden onderzocht (bijvoorbeeld het verschil tussen high risk en medium risk cliënten).
Hierop voortbouwend omvat de derde doelstelling het in kaart brengen en verdiepen van de 'settingspecifieke randvoorwaarden' (bijvoorbeeld beroepsgeheim, veiligheidsaspecten, juridisch kader) en de financiële en organisatorische implicaties van de voorgestelde procedure.
De vierde en laatste doelstelling houdt het daadwerkelijk ontwikkelen, evalueren en zonodig bijsturen in van een aangepaste assessment-methodiek.

3. Methodologie

Het onderzoek wordt opgesplitst in twee, elkaar deels chronologisch overlappende luiken. Het eerste luik richt zich voornamelijk op de (inhoudelijke) uitwerking van de assessment-methodiek, teneinde meer inzicht te verschaffen in de behandelings- en ondersteuningsnoden van gedetineerden en geïnterneerden in Belgische gevangenissen omtrent co-morbiditeit van psychiatrische stoornissen en middelenmisbruik. Het tweede luik van de studie beoogt meer duidelijkheid te brengen met betrekking tot de identificatie van de stimulerende en remmende factoren inzake de voorgestelde methodiek. Tevens zal ook een schatting worden gemaakt van de te begroten kosten ter implementatie van de ontwikkelde procedure.

In de eerste fase van het eerste luik zal via een telefonische enquête de stand van zaken omtrent de reeds gehanteerde en voorhanden zijnde assessment-protocollen voor middelenmisbruik, psychiatrische stoornissen en desgevallend dubbele diagnose in de Belgische gevangenissen (n=34) en de forensische eenheden van psychiatrische ziekenhuizen worden geïnventariseerd.

De tweede fase van de studie zal bestaan uit een omvattende literatuurstudie en het consulteren van (inter)nationale experts, met het oog op het exploreren van de binnen- en buitenlandse expertise aangaande de screening van gevangenispopulaties. Deze fase zal resulteren in een overzicht en inventarisatie van instrumenten die peilen naar het (gecombineerd) voorkomen van psychiatrische problemen en middelenmisbruik. Daarnaast zullen ook een aantal binnen- en buitenlandse ‘good practices’ worden beschreven en zullen de onderzoekers indien mogelijk één of meerdere settings bezoeken.

De derde fase betreft het ontwikkelen van een geëigende methodiek en een draaiboek, op basis van de in fase 1 en fase 2 verkregen resultaten. Hierbij zal uiteraard ook zeer sterk de nadruk worden gelegd op de gezondheidsrechtelijke en strafrechtelijke randvoorwaarden, eigen aan de specifieke gevangeniscontext (cf. luik II). Naast de identificatie van een aantal noodzakelijk te hanteren instrumenten om te komen tot een valide indicatie van voorkomen, aard en omvang van dubbele diagnose in de gevangenis, zal sterk gefocust worden op de praktische bruikbaarheid van de instrumenten. Naast het stellen van een diagnose en de hieraan gekoppelde behandelings- en ondersteuningsnoden, geeft het gebruik van een dergelijk instrument ook inzicht in het voorkomen (epidemiologie) van psychiatrische aandoeningen in Belgische gevangenissen.

De ontwikkelde methodiek en het hieraan gekoppelde draaiboek zullen in een vierde fase worden getoetst bij een beperkte steekproef. Hiertoe zal in vier penitentiaire voorzieningen (twee Franstalige en twee Nederlandstalige, telkens één setting voor gedetineerden en één voor sociaal verweer) een pilootstudie worden uitgevoerd met het oog op:

a. het exploratief toetsen van de validiteit van het meetinstrument;
b. het nagaan van de bruikbaarheid van het draaiboek binnen een penitentiaire setting, rekening houdend met de geschetste randvoorwaarden;
c. het onderzoeken van de bruikbaarheid van het instrument in functie van epidemiologisch onderzoek betreffende het voorkomen, de aard en de omvang van dubbele diagnose in de gevangenis.

Concreet zal de assessment bij een at random geselecteerde steekproef van nieuw aangemelde veroordeelde gedetineerden en geïnterneerden (totale n=60; 15 per gevangenis) worden uitgevoerd. Hierbij zal het voorgestelde draaiboek maximaal worden gevolgd, geëvalueerd en - indien nodig - bijgestuurd. Naast het op punt stellen van het draaiboek en de te volgen procedure, leidt dit onderzoek ook tot een eerste voorlopige indicatie van het aantal personen met een dubbele diagnose in de gevangenis. Het opzetten van een systeem om deze gegevens efficiënt te beheren kan hierin ook een plaats krijgen.

Het tweede onderzoeksluik loopt chronologisch deels samen met de hierboven uitgewerkte fasen van het eerste projectluik. De belangrijkste doelstelling is het in kaart brengen van de settingspecifieke voorwaarden voor de ontwikkeling, implementatie en uitvoering van de voorgestelde assessment-methodiek. Volgende elementen zijn essentieel binnen dit luik van het onderzoeksproject:

a. identificatie van (de rol van) de betrokken actoren in de gevangenis;
b. onderzoeken van het wettelijke kader voor diagnosestelling, met inbegrip van de strafrechtelijke en gezondheidsrechtelijke aspecten van (gedwongen) 'drugtesting' in de Belgische gevangenissen;
c. inventarisatie van de organisatorische randvoorwaarden voor de diagnosestelling en het zorgaanbod;
d. kostprijsberekening voor de implementatie en uitvoering van de voorgestelde methodiek, met aandacht voor personele en werkingsmiddelen (bijvoorbeeld geschatte duur van de afnames, investeringen voor de verwerking van de gegevens, rol van de verschillende actoren en benodigde tijdsinvestering, enzovoort).
Ook hier zullen parallellen met de buitenlandse situatie worden getrokken.

Samenvattend is het de bedoeling van dit onderzoeksproject een aangepaste assessment-methodiek voor de screening van middelenmisbruik en psychiatrische stoornissen in Belgische gevangenissen en instellingen voor sociaal verweer te ontwikkelen en te toetsen op basis van de inventarisatie van de Belgische stand van zaken, de resultaten van de literatuurstudie en de beschrijving van de good practices.

Documentatie :


  • DR/26 op de Drugs website

    Druggebruik en psychopathologie in gevangenissen : een exploratieve studie tot methodiekontwikkeling = Usage de drogue et psychopathologie dans les prisons : une étude exploratoire pour le développement d'une méthodologie  De Wilde, Joke - Soyez, Veerle - Vandevelde, Stijn ... et al  Gent : Academia Press, 2007 (PB6186)
    [Om te downloaden

    Druggebruik en psychopathologie in gevangenissen: Een exploratieve studie tot methodiekontwikkeling : samenvatting    Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2007 (SP1738)
    [Om te downloaden

    Usage de drogue et psychopathologie dans les prisons: Une étude exploratoire pour le développement d’une méthodologie : résumé    Bruxelles : Politique scientifique fédérale, 2007 (SP1793)
    [Om te downloaden

    Substance abuse and psychopathology in correctional establishments: an exploratory study on the development of a method : summary    Brussels : Federal Science Policy, 2007 (SP1794)
    [Om te downloaden

    Inventarisatie van screening en assessment instrumenten voor middelenmisbruik en/of psychopathologie    Brussel : Federaal Wetenschapsbeleid, 2007 (SP1795)
    [Om te downloaden