NL FR EN
www.belgium.be

Projectfiches

BE-PIN: The Belgian Pandemic Intelligence Network
BE-WELL: Care, Buffering Effects and WELL-being at the time of the pandemic and after
DistantButClose: Physically distant but socially close: how to prevent (inequalities in) loneliness and social isolation in times of crisis? Lessons learnt from the COVID-19 pandemic
PanHOME: Trajectories of homeless people and of local welfare networks adaptations during the pandemic
THRIVE: Taking stock to foster health and trust for an inclusive post-covid society
WINE-COVID: The Lasting Impact of COVID-19 on the Workplace: Analysing Effects on Well-being and Inequality among New Labour Market Entrants

BE-PIN
The Belgian Pandemic Intelligence Network

  • Thema(‘s): Pandemische Intelligentie
  • Projectduur: 39 maanden
  • Budget: 1 993 020 €
  • Gefinancierde partners: UHasselt (Coördinator); UAntwerpen; Sciensano; ITG; ULB
  • Niet gefinancierde partners: Belgian Healthcare Knowledge Centre (KCE); KU Leuven (IDEWE); National Bank of Belgium
  • Contact: Jeroen Wynen

Samenvatting

BE-PIN legt de wetenschappelijke en organisatorische fundamenten voor een multidisciplinair, samenwerkingsgericht inlichtingennetwerk dat in staat is toekomstige pandemische en epidemische risico's aan te pakken. Het project zal streven naar een betere toegang tot gegevens, geavanceerdere analytische capaciteiten en op maat gemaakte hulpmiddelen die belangrijke inzichten zullen bieden voor besluitvorming en communicatie op federaal en regionaal niveau. Het project zal de huidige hiaten in de voorbereiding, validatie en interpretatie van gegevens identificeren en het epidemisch intelligentienetwerk voorzien van praktische en technische richtlijnen voor een federaal protocol voor gegevensverzameling. In directe ondersteuning van beleidsmakers zal het team een geavanceerd analyse- en modelleringskader opzetten dat de actuele epidemiologische informatie genereert die zij nodig hebben voor beleid, communicatie en verantwoording van beslissingen. BE-PIN draagt verder bij tot een uitgebreid theoretisch kader voor empirisch pandemiebeleid in de Belgische context en tot de haalbaarheid van het kwantificeren van zorgvuldig geselecteerde impactindicatoren. Bovendien zal een retrospectieve beoordeling van de economische impact worden gemaakt en zullen op basis daarvan aanbevelingen worden gedaan om deze impact voor toekomstige pandemieën tot een minimum te beperken. De lessen die zijn getrokken uit de communicatiepraktijken voor kennisoverdracht tijdens de COVID-19 crisis en de analyse van de zichtbaarheid van (wetenschappelijke) expertise in overheidscommunicatie, pers en sociale media, in tegenstelling tot misinformatie en desinformatie, zullen leiden tot aanbevelingen voor effectieve kennisdeling. Ten slotte zal het bestuur van een dergelijk netwerk worden onderzocht, meer bepaald de organisatie ervan en de juridische werking. Doorheen het project zullen betrokkenheid van belanghebbenden, co-creatie, internationale benchmarking en het anticiperen op verschillende pathogenen en epidemische scenario's onze belangrijkste wegen zijn naar een verbeterde paraatheidscapaciteit voor pandemieën.

Documentatie

BE-WELL
Care, Buffering Effects and WELL-being at the time of the pandemic and after

  • Thema(‘s):
  • Projectduur: 30 maanden
  • Budget: 592 950 €
  • Gefinancierde partners: UCLouvain (Coördinator); UAntwerpen
  • Niet gefinancierde partners: University of Padua; Université du Luxembourg-Department of Social Sciences; Eurocarers; Max Planck Institute for Demographic Research – Department Population Europe Secretariat; l’UNI Global Union – Europa, Department UNI Care
  • Contact: Ester Rizzi (be.well.project)

Samenvatting

De COVID-19 pandemie heeft verschillende facetten van het leven van mensen aanzienlijk verstoord. Voor jonge volwassenen die op het punt stonden volwassen te worden, kunnen deze verstoringen een bijzonder grote impact hebben gehad. Ook oudere mensen waren bijzonder kwetsbaar voor COVID-19 en hun dagelijkse routines werden aanzienlijk beïnvloed. Familiebanden kunnen een bijzonder belang hebben gekregen om de negatieve gevolgen van de pandemie op te vangen en de gezondheid en het welzijn te behouden. Bijgevolg kunnen verzorgers te maken hebben gekregen met nieuwe uitdagingen op het gebied van hun welzijn. Tegelijkertijd heeft de rol van niet-familiebanden beperkte aandacht gekregen in het onderzoek naar de COVID-19 pandemie.
Het BE-WELL project is een interdisciplinair onderzoeksinitiatief waarbij demografen, sociologen en onderzoekers op het gebied van de volksgezondheid betrokken zijn. Het project concentreert zich op België en hanteert een vergelijkend en levensloopperspectief. Het onderzoekt vier belangrijke domeinen waar zorgrelaties en welzijn beïnvloed werden door de COVID-19 crisis: residentiële verschuivingen bij jongvolwassenen (Work Package 2, WP2), de variantie en impact van informele zorg op het welzijn van zorgverleners (WP3), de rol van familiale en niet-familiale banden op het welzijn van ouderen (WP4), en onvervulde (mentale) zorgbehoeften (WP5). De genderdimensie, de socio-economische achterstand en het welzijnsbeleid zijn opgenomen als overkoepelende thema's van elk WP. In WP3-WP5 is het de bedoeling om objectief en subjectief welzijn te meten (eenzaamheid, fysieke en mentale gezondheid, behoeften aan gezondheidszorg, enz. Door te focussen op meetbare doelen zal het BE-WELL project het federale beleid informeren, voor verbeterde zorg, gezondheid en welzijn tijdens wereldwijde crises.

Documentatie

DistantButClose
Physically distant but socially close: how to prevent (inequalities in) loneliness and social isolation in times of crisis? Lessons learnt from the COVID-19 pandemic

  • Thema(‘s): Welzijn; Ongelijkheden en kwetsbaarheden; Democratisch Bestuur
  • Projectduur: 36 maanden
  • Budget: 899 005 €
  • Gefinancierde partners: Ugent (Coördinator); ULB; UAntwerpen; Sciensano
  • Niet gefinancierde partners: UGent (Vakgroep Volksgezondheid en Eerstelijnszorg, Gezondheidsbevordering); UAntwerpen (Departement Sociologie, Centrum voor Demografie, Familie en Gezondheid)
  • Contact: Katrijn Delaruelle

Samenvatting

Het DistantButClose-project heeft als doel de relevantie van eenzaamheid en sociaal isolement voor de volksgezondheid tijdens de pandemieperiode te onderzoeken, evenals de impact die de COVID-19-pandemie heeft gehad op eenzaamheid en sociaal isolement bij verschillende sociodemografische groepen. Het project zal het inzicht op vier belangrijke manieren vergroten. Ten eerste zal het team onderzoeken wat de invloed is van eenzaamheid en sociaal isolement op de bereidheid van individuen om preventieve maatregelen te nemen, zoals vaccineren, handen wassen en maskers dragen, die essentieel zijn om pandemieën een halt toe te roepen. Dit zal helpen bij het bepalen van de noodzakelijke prioriteitsbepaling van deze gezondheidskwesties in het geval van toekomstige pandemieën. Ten tweede zal het team de kortetermijn- en aanhoudende effecten onderzoeken die de pandemie heeft gehad op eenzaamheid en sociaal isolement in de Belgische en Europese bevolking, evenals de ongelijke verdeling van deze gevolgen op basis van sociaaleconomische status (SES), leefomstandigheden, geslacht en leeftijd. Deze analyse zal waardevolle inzichten opleveren voor beleidsmakers en specifieke groepen identificeren die gerichte ondersteuning en veerkrachtversterkende maatregelen nodig hebben. Bovendien zal het team, door de resultaten te vergelijken tussen regio's en Europese landen, de relatieve prestaties van België als geheel en zijn regio's evalueren in vergelijking met andere delen van Europa. Ten derde zal het team dieper ingaan op ongelijkheden in twee specifieke leeftijdsgroepen die onevenredig zwaar zijn getroffen tijdens de beginfase van de pandemie: adolescenten (in het secundair onderwijs) en oudere volwassenen (65 jaar en ouder). Het doel is om inzicht te krijgen in de meso- en macro-contextuele omstandigheden die deze ongelijkheden tijdens de COVID-19-pandemie hebben gevormd. Deze contextuele benadering zal het team helpen bij het ontwikkelen van beleidsaanbevelingen voor structurele interventies die het gebrekkige sociale welzijn en de daarmee samenhangende ongelijkheden aanpakken (in tijden van crisis), als aanvullend alternatief voor biomedische en psychologische remedies. Ten vierde zal het team onderzoeken hoe contextuele omstandigheden tijdens de COVID-19 pandemie eenzaamheid, sociaal isolement en geassocieerde ongelijkheden hebben beïnvloed door focusgroepen te organiseren met relevante Belgische en Europese beleidsmakers en stakeholders, en de beleidsaanbevelingen op basis daarvan te verfijnen. In het algemeen zal het DistantButClose-project bijdragen aan de paraatheid voor pandemieën en het prangende probleem van eenzaamheid en sociaal isolement aanpakken.

Documentatie

PanHOME
Trajectories of homeless people and of local welfare networks adaptations during the pandemic

  • Thema(‘s): Ongelijkheden en Kwetsbaarheden
  • Projectduur: 36 maanden
  • Budget: 846 320 €
  • Gefinancierde partners: UCLouvain (Coördinator); UGent; KU Leuven; ULiège
  • Niet gefinancierde partners:
  • Contact: Martin Wagener

Samenvatting

Het team bestaat uit sociologen en sociaal werkers met jarenlange ervaring in onderzoek naar dakloosheid en overheidsbeleid. Het team heeft verschillende onderzoeksprojecten uitgevoerd tijdens de pandemie (met aangepaste methoden), maar het huidige project gaat zich verdiepen in andere ongelijk verdeelde kennis als gevolg van de pandemie en verschillende beleidsmaatregelen op het gebied van gezondheid en welzijn.

Er is relatief weinig bekend over het personeelsbestand van maatschappelijk werkers, opvoeders en anderen die tijdens de pandemie van covid-19 in contact kwamen met daklozen. In tegenstelling tot veel sectoren die (gedeeltelijk) moesten sluiten tijdens de eerste lockdown, werden in de daklozensector de meeste diensten (vooral opvanghuizen) als essentieel beschouwd en bleven ze (gedeeltelijk) open. Ze moesten nieuwe procedures en een nieuwe organisatie invoeren met betrekking tot hun missie en de bijbehorende regels voor de sanitaire situatie. Er werden nieuwe diensten opgericht, bestaande diensten pasten hun functie aan en er werden nieuwe samenwerkingsverbanden opgezet met publieke en private partners, waarbij vooral nieuwe vormen van samenwerking met gezondheids-, diagnostische en quarantainediensten dringend werden gecreëerd. De pandemie toonde heel snel aan dat "thuisblijven" een bijkomende inzet betekende voor mensen die dakloos zijn. Bestaande ongelijkheden en verschillen met betrekking tot geslacht (her)verschenen. De pandemie toonde ook nieuwe vormen van niet-opname (van crisismaatregelen en andere), een voortdurende invisibilisering van vrouwen en versterkte de digitale kloof. De gewestregeringen van Brussel, Vlaanderen en Wallonië en de federale dienst voor maatschappelijke integratie hebben vóór de pandemie allemaal aangedrongen op een geïntegreerde aanpak van dak- en thuisloosheid. Een deel van ons onderzoeksproject bestaat erin zich af te vragen hoe de pandemie deze aanpak heeft beïnvloed. Hoe hebben zowel de werkkrachten als de mensen die dakloosheid ervaren zich aangepast aan de veranderende situaties?

Het onderzoek zal worden geleid door drie hoofdlijnen. In het eerste jaar onderzoekt het team de lokale welzijnsorganisaties tijdens de pandemie door middel van een brede aanpak in 15 Belgische steden (gekozen samen met de opvolgingscommissie). In het tweede jaar zal het team de kennis verdiepen en de implementatie in 4-5 steden voorbereiden. Het is in dit stadium belangrijk dat deze steden en de lokale actoren laten zien dat ze een participatief actieonderzoek willen uitbouwen met de onderzoekers en de follow-upcommissie om in het derde jaar concrete actieplannen te implementeren op basis van de algemene bevindingen van het project. Door zeer verschillende actoren samen te brengen (mensen met onvoldoende huisvesting, maatschappelijk werkers en verantwoordelijken voor de uitvoering van het overheidsbeleid) zullen de aanbevelingen een sterke legitimiteit krijgen en kan het beleid er beter rekening mee houden. De POD Maatschappelijke Integratie, de FOD Volksgezondheid, de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en Bosa (digitalisering) en andere Europese, federale of regionale instellingen zullen door onze bevindingen en implementatiestrategie beter rekening kunnen houden met ontoereikende huisvesting en sociale uitsluitingssituaties.

Documentatie

THRIVE
Taking stock to foster health and trust for an inclusive post-covid society

  • Thema(‘s): Welzijn
  • Projectduur: 36 maanden
  • Budget: 1 501 715 €
  • Gefinancierde partners: UCLouvain (Coördinator); ULB; KU Leuven; Ugent
  • Niet gefinancierde partners: ULB; UCLouvain; Uc Merced; Griffith University; Utrecht University; London School of Economics; Union Professionnelle des Psychologues Cliniciens Francophones; Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen
  • Contact: Olivier Luminet

Samenvatting

Het THRIVE-project heeft als doel om op feiten gebaseerde aanbevelingen te doen voor post-Covid paraatheid op het gebied van welzijn en democratisch bestuur door het potentieel van het grootschalige Motivatie Barometer project  volledig te benutten,  in combinatie met aanvullende post-Covid golven.

Het project heeft vier belangrijke overkoepelende beschrijvende en voorspellende doelstellingen:

  • licht werpen op de sociale en psychologische heterogeniteit van de bevolking tijdens de COVID-19 crisis door de identificatie van kenmerkende groepen die zich onderscheiden door unieke trajecten, en onderzoeken of de geïdentificeerde trajecten variëren in functie van intersectionele markers van differentiatie op socio-demografisch (bv. leeftijd, geslacht, etniciteit, opleiding, religie, ...) en psychologisch niveau (bv. vertrouwen, identificatie, subjectieve sociale status, ...);
  • onderzoeken of verschillende trajecten een invloed hadden op de dynamische reacties van mensen naarmate de pandemie zich ontvouwde, waarbij hun geestelijke gezondheid werd beïnvloed, zodat veerkrachtige en psychologisch kwetsbare groepen konden worden geïdentificeerd;
  • verschillende disciplines met elkaar in verband brengen (gezondheidspsychologie, motivatiepsychologie, sociale psychologie en sociologie), met behulp van complementaire modellen en methoden (kwantitatieve en kwalitatieve benaderingen);
  • contextuele factoren identificeren, zoals communicatiestijlen of de striktheid van sanitaire maatregelen die van invloed zijn op de ervaringen van mensen, samen met interacterende voorspellers, zoals vertrouwen en ideologieën;

De relevante bevindingen zullen worden geëxploiteerd en versterkt door ze te verspreiden onder zowel een wetenschappelijk (papers in toptijdschriften in de psychologie en sociologie, speciale uitgaven, conferenties, symposia, ...) als een niet-wetenschappelijk publiek (zeer toegankelijke rapporten met praktische aanbevelingen die kunnen worden geïmplementeerd door de belangrijkste stakeholders). Uitgebreide eerdere ervaring en samenwerking met stakeholders van de teamleden zal co-creatieprocessen bij het vormgeven van aanbevelingen en interventies vergemakkelijken.

Documentatie

WINE-COVID
The Lasting Impact of COVID-19 on the Workplace: Analysing Effects on Well-being and Inequality among New Labour Market Entrants

  • Thema(‘s): Welzijn; Ongelijkheden en kwetsbaarheden
  • Projectduur: 36 maanden
  • Budget: 999 900 €
  • Gefinancierde partners: KULeuven; VUB; ULiège
  • Niet gefinancierde partners:
  • Contact: Ezra Dessers; Mikkel Barslund

Samenvatting

De COVID-19 pandemie bracht grote veranderingen teweeg in het leven en het werk van mensen toen overheden wereldwijd strenge maatregelen invoerden om de verspreiding van het virus onder controle te krijgen. Dit veranderde de manier waarop mensen leefden en werkten van de ene dag op de andere en resulteerde in een fundamentele verschuiving in de organisatie van het werk voor veel beroepen. Betaald werk is getransformeerd en flexibeler gemaakt in tijd en ruimte, waarbij veel werknemers een deel van hun werkweek thuiswerken. Voor jonge mensen die de arbeidsmarkt betreden, kunnen deze overgangen grote gevolgen hebben.

De sterke toename van hybride werk en onderwijs vermindert het face-to-face contact en de mogelijkheden voor informeel advies en verbondenheid met medestudenten, collega's en managers, wat gevolgen kan hebben voor het welzijn, de motivatie, het leren en de loopbaanontwikkeling op de lange termijn. Het kan ook bestaande ongelijkheden verergeren of nieuwe ongelijkheden creëren. Bovendien viel deze verandering samen met een aanzienlijke toename van studentenarbeid in België, mogelijk gemaakt door wetswijzigingen die de beperkingen op de hoeveelheid en de timing ervan versoepelden. De specifieke modaliteiten en gevolgen van studentenarbeid blijven echter onderbestudeerd, met beperkt onderzoek naar de kwaliteit van de job en de bijdrage ervan aan de toekomstige loopbaan van studenten. In het huidige WINE-COVID-project wil het team onze kennis over deze onderwerpen aanzienlijk vergroten door de langetermijnimpact van COVID-19 op de werkorganisatie, de arbeidskwaliteit, de carrièrevooruitzichten en het welzijn van studentenarbeiders en nieuwkomers op de arbeidsmarkt te bestuderen.

Dit zal worden gedaan door het onderzoeksgebied geleidelijk te verkleinen van een maatschappelijk perspectief op macroniveau naar een individueel perspectief op microniveau. Een dergelijke benadering maakt een multidisciplinair en mixed-methods studieontwerp mogelijk dat steunt op kwalitatieve en kwantitatieve gegevensanalyses die zullen leiden tot een holistisch begrip van de behoeften, uitdagingen en beleidskansen voor deze groep (opkomende) jonge werknemers. Aangezien gebleken is dat deze doelgroep meer psychologische en fysieke klachten rapporteert, wil het project onderzoeken hoe deze ervaringen tijdens de pandemie deze (jobstudenten) vatbaarder kunnen maken voor mentale, sociale en fysieke gezondheidsproblemen tijdens hun overgang van school naar werk of tijdens het combineren van meerdere studentenjobs.

Documentatie