De Museummonitor individuele bezoekers maakt deel uit van de Museummonitor. De museummonitor biedt een antwoord op de vraag van de Musea om hun publiek en de publiekstevredenheid op een structurele manier te monitoren. De zo bekomen data moeten een longitudinale opvolging en vergelijkende benadering mogelijk maken. Dit moet indicatoren en cijfermateriaal opleveren, die de musea kunnen helpen bij het afstemmen van hun publieksbeleid.
De museummonitor bestaat enerzijds uit de museummonitor individuelen, waarbij families en particuliere bezoekers worden bevraagd en anderzijds uit de museummonitor groepen, waarbij de groepsbezoekers (vooral, maar niet enkel, scholen) worden bevraagd. De bevraging van de individuele bezoekers en de bevraging van de groepsbezoekers wisselen mekaar om het jaar af. Aangevuld met een continue verzameling van de gegevens afkomstig uit de kassaregistratiesystemen van de verschillende musea en het Planetarium moet de vernieuwde monitor ons een meer geïntegreerd beeld schetsen van de bezoekers.
De museummonitor heeft twee belangrijke doelen. Enerzijds is het de bedoeling om aan de hand van deze enquête een profiel te kunnen opstellen van de bezoekers van de federale musea, anderzijds wil het ook de tevredenheid nagaan van de bezoekers van zowel de permanente collecties als van de tijdelijke tentoonstellingen. Daarbij wordt gepeild naar de tevredenheid over de verschillende aspecten van het bezoek. Als zodanig is de monitor een werkinstrument dat een gedetailleerde evaluatie van de door de Musea aangeboden diensten (presentatie van de collecties, museumteksten, maar ook onthaal, cafetaria, shop, picknickruimte, het imago, de prijs, etc.) mogelijk maakt. Dit geeft de musea een inzicht over de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van het publieksaanbod van de Federale Musea.
Methode datavergaring
In pre-coronatijden werd deze enquête met behulp van een tablet afgenomen door een enquêteur (face to face) in de verschillende deelnemende musea (exitpolls).
Het Publieksobservatorium was via deze methode al gestart voor de eerste maanden van het jaar. Als gevolg van de lockdown werden de enquêtes evenwel stilgelegd. Na de heropening werden de procedures herzien en werden de enquêtes online afgenomen.
Onderzoeksperiode
In principe worden de enquêtes in elk museum gedurende minstens 4 weken, verspreid over het jaar, afgenomen. Bij de sampling wordt o.a. rekening gehouden met de verschillende tijdsgebonden invloeden op de bezoekerssamenstelling (week-weekend, schoolvakanties-schoolperiodes, hoog-en laagseizoen, etc.).
Omwille van de corona-crisis liep het voor deze editie anders. Zoals eerder aangegeven werden tot de sluiting in maart al een eerste afnameronde georganiseerd. Daarna werden nieuwe procedures opgezet om de enquêtes online af te nemen. In de zomer kon uiteindelijk opnieuw worden opgestart in de verschillende musea. De enquête is dan continu blijven lopen tot het einde van het jaar. Voor het KMMA en het KBIN werd ervoor gekozen om elke 10de verkoop uit te nodigen voor deelname. Voor het Museum K&G (met minder bezoekers) werd na overleg met de Museumploeg beslist om elke verkoop te bevragen.
Resultaten
Ondanks het moeilijke jaar met de 2 sluitingen en beperkende maatregelen, werden toch voldoende enquêtes verzameld (K&G=694, KBIN=243 en KMMA=250) en kon dus voor de meeste musea dus een museummonitor worden opgemaakt. Begin 2021 werd dan ook een rapport opgeleverd aan het KMMA, KBIN en de KMKG (voor het Museum K&G).
Contact
Datum van de aanvraag: 03/10/2019
Binnen het kader van de museummonitor worden de individuele bezoekers iedere 2 jaar bevraagd. Bij aanvang van het jaar laten de FWI weten of ze al dan niet geïnteresseerd zijn in de analyse.
Volledig rapport **
Dit rapport is beveiligd en enkel te consulteren mits toestemming van het PublieksObservatorium.
Aarzel niet om met ons contact op te nemen door te mailen naar reinoud.magosse@natuurwetenschappen.be of telefonisch op het nummer +32 (0)2 627 41 96
