NL FR EN
www.belgium.be

Heerlijkheden en Staatsvorming in het Graafschap Vlaanderen, 15e-18e eeuw (LORD)

Onderzoeksproject B2/191/P2/LORD (Onderzoeksactie B2)

Personen :

Beschrijving :

Op basis van empirisch onderzoek over het graafschap Vlaanderen tussen ca. 1470 en ca. 1750 wil dit project (i) een bijdrage leveren tot de huidige debatten over staatsvorming in Europa en (ii) heuristische instrumenten ontwikkelen voor een uitgebreide, maar onderbestudeerde set van archieven die van groot belang zijn voor archivarissen, historici en erfgoedspecialisten in België.

Vandaag zijn de aard en de ontwikkeling van de vroegmoderne staten opnieuw het onderwerp van een heftig debat dat grotendeels draait om de manier waarop het "centrum" en de "periferie" van een bepaald staatsbestel op elkaar inwerken. Aangezien recent onderzoek heeft doen twijfelen aan de diepgewortelde veronderstelling dat bestuur een gelijkaardige tendens tot centralisatie kende als deze die wordt waargenomen in verband met oorlog en belastingen, zijn historici steeds meer geïnteresseerd in de impact van de staatsvorming op de lokale samenleving. Dit BRAIN-be project pakt de huidige impasse aan met een nieuwe benadering die zich richt op een specifieke instelling, namelijk de heerlijkheid, dat wil zeggen, dorpen waar het openbaar gezag niet rechtstreeks bij de vorst berust, maar bij een private heer. Politieke historici van het Ancien Régime (AR) in Europa baseren zich op de definitie van Max Weber van de moderne staat als een instelling met een monopolie op het legitieme gebruik van geweld binnen een bepaald gebied: de ontwikkeling van centrale instellingen wordt doorgaans gezien als het proces waarbij heersers geleidelijk aan machtsmonopolies vestigen. Toch roept het voortbestaan van de heerlijkheden tot aan hun afschaffing in de Franse Revolutie de vraag op in hoeverre het lokale gezag tussen de vijftiende en achttiende eeuw effectief gecentraliseerd werd.

Dit project ontwikkelt de eerste langetermijnanalyse van de juridische en fiscale interacties tussen centrale besturen en heerlijkheden, die het hele AR bestrijkt. Voortbouwend op een recente reconstructie van alle heerlijkheden in het graafschap Vlaanderen tussen ca. 1470 en ca. 1550 wil het project eerst de evolutie van het heerlijke landschap tot het midden van de achttiende eeuw in kaart brengen en de integratie van de heerlijkheden in het vorstelijk bestuur onderzoeken (Werkpakket 1). Dit vormt dan de basis voor Werkpakket 2 en Werkpakket 3, die onderzoeken in hoeverre de heerlijkheid een struikelblok of een opstap was voor de staatsadministraties om belastingen te heffen en wetgeving op dorpsniveau te implementeren. Elk werkpakket ontwikkelt ook een set heuristische instrumenten die toekomstige generaties onderzoekers zullen helpen om de uitgebreide, maar onderbestudeerde heerlijkheidsarchieven te analyseren.

Dit voorstel gaat uit van een methodologie die gebruik maakt van de uitgebreide archiefbescheiden die voor vele heerlijkheden bij het Belgische Rijksarchief (ARA) bewaard zijn gebleven, om de politieke geschiedenis van de Zuidelijke Nederlanden op een nieuwe en betere leest te schoeien. Daarbij zal het project ook de problematische toegankelijkheid van heerlijkheidsarchieven aanpakken.

Het LORD-team wil een belangrijke bijdrage leveren aan de huidige debatten over de aard en de dynamiek van de Europese staatsvorming vanaf de late middeleeuwen tot het einde van het AR. Dit project effent niet alleen nieuw terrein voor de geschiedschrijving over staatsvorming in de Zuidelijke Nederlanden, maar behandelt ook enkele kernvraagstukken die op internationaal niveau aan de orde zijn. Daarnaast wil het project nieuwe expertise genereren voor het ARA inzake het beheer, de ontsluiting en de valorisatie van de omvangrijke maar onderbestudeerde collectie heerlijkheidsarchieven, die relevant zijn voor een brede waaier van onderzoeksonderwerpen. De heuristische instrumenten, repertoria, kaarten en databanken die door dit project worden gegenereerd, zullen zowel het personeel van de FWI’s als de gebruikers van hun collecties in staat stellen om gemakkelijker en doeltreffender te navigeren doorheen heerlijkheidsarchieven. Ten slotte zal dit project ook het publiek bewust maken van de impact en de rol van heren en heerlijkheden in het Belgische verleden door middel van een aantal vulgariserende publicaties en mededelingen.

Voor de academische valorisatie van het onderzoeksproject zal gebruik worden gemaakt van bestaande, steeds terugkerende (inter)nationale conferenties. De twee doctoraatsstudenten en de postdoctorale onderzoeker zullen op ten minste twee conferenties elk voorlopige resultaten van hun respectieve onderzoeksprojecten voorstellen. De begeleiders van dit project zullen ook bijdragen aan deze conferentiepapers en presentaties. Dit zal de weg effenen voor de hierboven vermelde publicaties. Door middel van deze papers en publicaties zullen de resultaten van het project een divers publiek bereiken.

De sociale media en de nieuwsbrieven van het ARA en de vakgroep Geschiedenis van de Universiteit Gent (UGent) zullen de resultaten van het LORD-project communiceren aan een publiek van academische, professionele en amateurhistorici. Tenslotte zullen Buylaert en Lambrecht het onderwerp “heerlijkheden en staatsvorming” ook opnemen in de onderzoeks-seminaries over middeleeuwse en vroegmoderne geschiedenis die ze organiseren aan de Universiteit Gent. Tijdens deze seminaries zullen de studenten samen met de doctorandi en de postdoctorale onderzoeker origineel bronnenmateriaal gebruiken dat wordt bewaard bij het ARA.