NL FR EN
www.belgium.be

The Paradox of Belgian Inequality Studies: Belgium Less unequal than others? (BE-PARADIS)

Onderzoeksproject B2/191/P3/BE-PARADIS (Onderzoeksactie B2)

Personen :

  • Prof. dr.  DECOSTER André - Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 16/12/2019-15/3/2024
  • M.  DECANCQ Koen - Universiteit Antwerpen (UA)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 16/12/2019-15/3/2024
  • Mme  GOBBI Paula - Université Libre de Bruxelles (ULB)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 16/12/2019-15/3/2024

Beschrijving :

Beschrijving van het project

Context
Ongelijkheid en armoede blijven belangrijke thema’s in het publieke debat. Het IMF bestempelt ongelijkheid als ‘de cruciale uitdaging’ van onze tijd, omdat het leidt tot een gebrek aan inkomensmobiliteit en kansen, belangrijke gevolgen heeft voor economische groei en macro-economische stabiliteit, en het risico inhoudt dat politieke macht te zeer geconcentreerd wordt. In de voorbije 15 jaar heeft ook de OESO een veelheid aan bewijs verzameld over toenemende ongelijkheid van inkomen in veel landen, en concludeert daaruit dat ongelijkheid ‘slecht is, en toeneemt’ (OESO 2018).
Wij starten dit onderzoek vanuit twee observaties:
• Het bestaande onderzoek voor België leidt tot andere conclusies dan die voor vele andere ontwikkelde landen. Horemans et al. (2011) en Van Rie en Marx (2014) besluiten op basis van enquêtegegevens dat de Belgische inkomensongelijkheid eerder stabiel is gebleven tussen 1985 en eind 2000. Ook de OESO rapporteert een slechts beperkte toename in de Gini-coëfficiënt van 0,257 in 1983 naar 0,264 in 2011. Er was zelfs een kleine daling van de Gini sinds 2004. Ook Decoster et al. (2017) vonden geen bevestiging voor een snellere inkomenstoename aan de top van de inkomensverdeling sinds het begin van de jaren 90. Bovendien is de in-risico-op-armoede-ratio erg stabiel gebleven over de afgelopen decennia. Deze bevindingen staan niet alleen in scherp contrast met die van vele andere landen, ze lijken ook in contradictie met de ook in België breed gedragen perceptie dat ongelijkheid, armoede, materiële deprivatie, en onzekerheid stelselmatig toenemen. Dit project stelt zich tot doel klaarheid te scheppen in deze ‘paradox’ (vandaar het project acroniem).
- België blinkt jammer genoeg nog steeds uit in haar afwezigheid in de DINA’s, wat staat voor Distributional National Accounts of ‘Nationale Rekeningen met Verdeling’. Dit is een methode die in essentie verder bouwt op het pionierswerk van Kuznets, die nationale-inkomensreeksen (en dus macro-data) combineerde met administratieve belastinggegevens. Recent startte (de ondertussen betreurde) Tony Atkinson een project om de nationale rekeningen uit te breiden met verdelingsgegevens, en onderzoekers als Thomas Piketty en Emmanuel Saez bouwen dit momenteel snel verder uit. Begin 2018 lanceerde hun team van de Paris School of Economics de World Wealth and Income Database (nu World Inequality Database of de WID), die informatie verzamelt en publiek aanbiedt over ongelijkheid en over macro-economische indicatoren voor vele landen. Helaas is België niet opgenomen in die dataset.

Algemene doelstellingen en onderliggende onderzoeksvragen
In dit project voeren we een diepgaand onderzoek uit van bestaande data, concepten, en methodes, met als doel, voor België:
• de verschillende drijvers achter ongelijkheid en armoede te identificeren en te kwantificeren;
• de Belgische DINA-data op te stellen, zodat die mee hun rol kunnen spelen in de snelgroeiende internationale literatuur over dit onderwerp;
• het conceptueel kader van verdelingsanalyses uit te breiden, door ook andere concepten te ontwikkelen en te hanteren dan enkel maar inkomen.

Methodologie
Het project steunt op drie methodologische pijlers:
• We gebruiken de meest geavanceerde statistische methodes (bv. Op het gebied van imputatie) om verschillende microdata samen te brengen, zodat we een beeld kunnen schetsen van de evolutie van ongelijkheid en armoede over de tijd, voor belangrijke beleidsvariabelen zoals inkomen, bestedingen en vermogen.
• We integreren de microdata met de macro-benadering van de Nationale Rekeningen.
• De analyse van de oorzaken van veranderingen in ongelijkheid en armoede zal afhangen van ‘wat-als’-oefeningen (counterfactual verdelingen) en van modellen van decision-making van en binnen het gezin.

Beschrijving van de te verwachte onderzoekresultaten en van het valorisatieplan op de korte en middellange termijn
BE-PARADIS zal -voor België-
• de belangrijkste microdata die gezinsinkomen, bestedingen en vermogen bevatten harmoniseren, en zal state-of-the-art technische nota’s opstellen en code ter beschikking stellen die andere onderzoekers zullen helpen bij dit proces;
• nieuwe inzichten bieden in de evolutie van ongelijkheid, en in de bijdrage daarin van verschillende factoren;
• zal verder gaan dan de standaardanalyses over ongelijkheid tussen huishoudens, door ook te kijken naar de verdeling binnen huishoudens, zowel wat betreft beschikbaar inkomen als wat betreft tijdsgebruik. Het project betrekt ook economische (on)zekerheid, economische opportuniteiten, en toegang tot publieke diensten in de analyse;
• België toevoegen aan het DINA-kader, en aan de WID.

De valorisatiestrategie bestaat uit het vertalen van de wetenschappelijke resultaten, en het communiceren op maat van verschillende doelpublieken:
• De voornaamste wetenschappelijke output zal bestaan uit:
o het publiceren van discussiepapers, met het doel om gepubliceerd te worden in vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften;
o een academische conferentie die zal georganiseerd worden in de eerste helft van 2022;
o een project-website die data en code ter beschikking zal stellen, rekening houdend met de beperkingen die worden opgelegd vanwege de leveranciers van de data;
o technische nota’s met de rapportering over de ontwikkelde methodes, die de kostprijs van toekomstig onderzoek gevoelig moet verminderen, en die het makkelijker moeten maken om het onderzoek kritisch te evalueren;
o bijdragen aan de World Inequality Database, die zelf dienst doet als een publieke dienst voor wetenschappers over de hele wereld.
• We zullen onze resultaten ook communiceren naar beleidsmakers en politici:

o vele van de discussiepapers zullen vertaald worden naar korte, gerichte beleidspapers (Policy Briefs);
o een slotconferentie begin 2024 zal de voornaamste bevindingen en beleidsaanbevelingen vertalen naar onderzoekers en beleidsmakers.
• Voor onze communicatie aan het brede publiek:
o maken we gebruik van de hierboven genoemde beleidspapers om de resultaten te vertalen voor de nationale pers;
o zullen we een (online) boek publiceren, dat de resultaten van het onderzoek in lekentaal uitlegt;
o zetten we een projectwebsite op waar we alle discussiepapers, technische nota’s, code en beschikbare data voorstellen en beschikbaar maken.