NL FR EN
www.belgium.be

De grondslagen leggen voor een forensisch intelligence-instrument in België (BeForIntel)

Onderzoeksproject B2/223/P3/BeForIntel (Onderzoeksactie B2)

Personen :

  • Dr.  RENARD Bertrand - Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/9/2022-1/12/2025
  • M.  GASON Fabrice - Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/9/2022-1/12/2025
  • M.  VANDEVIVER Christophe - Universiteit Gent (UGent)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/9/2022-1/12/2025
  • Prof. dr.  VANDER BEKEN Tom - Universiteit Gent (UGent)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/9/2022-1/12/2025

Beschrijving :

Verschillende vormen van forensische gegevens zijn in België algemeen bekend en aanvaard in het kader van strafrechtelijke onderzoeken. Ze zijn reeds met succes gebruikt om misdaden en ernstige incidenten te voorkomen of op te lossen. Forensische gegevens worden thans voornamelijk in individuele zaken gebruikt als bewijs in de rechtbank. Ze zouden echter op veel grotere schaal kunnen worden gebruikt met behulp van een forensisch inlichtingensysteem.

Een forensisch inlichtingensysteem kan worden omschreven als het nauwkeurig, snel en bruikbaar product van de logische gegevensverwerking van forensische data door middel van proactief informatiebeheer. Het is het extra niveau van overweging dat belangrijk is, wanneer collectief (over meerdere onderzoeken en disciplines heen) de resultaten van forensische analyses de informatiebron worden (Ribaux et al., 2003). Uit internationaal onderzoek is gebleken dat het gebruik van een forensisch inlichtingensysteem zeer doeltreffend bijdraagt tot een betere aanwending van de forensische wetenschap in tal van strafrechtelijke onderzoeken en een groot potentieel biedt om het strafrechtelijk onderzoeksproces te verbeteren.

Doelstellingen – Dit project beoogt te onderzoeken onder welke voorwaarden en op welke wijze een forensisch inlichtingensysteem in België kan worden geïmplementeerd. Daartoe identificeren we drie doelstellingen die elkaar aanvullen.
1 - De eerste doelstelling is het in kaart brengen van de organisaties en instellingen die in België forensische gegevens genereren. De onderzoekers van het NICC zullen nagaan welke precies de fundamentele voorwaarden (in termen van regels, wetgeving, techniek, enz.) zijn voor de invoering van een forensisch inlichtingensysteem in België. Op basis daarvan zullen ze alle forensische gegevens identificeren die in België voorhanden zijn (Wie zijn de producenten ervan? Wat is de huidige hoedanigheid van de gegevens? Welke actor bezit ze en in welk formaat?). Daarbij zal ook worden bepaald op welke verschillende niveaus deze organisaties actief zijn (lokaal vs. federaal, gerechtelijke arrondissementen, enz.).
Dit deel van het onderzoek is praktisch en vertrekt vanuit wat er bestaat, met als doel de mogelijkheden en uitdagingen bij het ontwikkelen van een forensisch inlichtingeninstrument in België te identificeren.
De kwalitatieve gegevens zullen worden verzameld via literatuuronderzoek, de analyse van documenten, juridische analyses, interviews en focusgroepen met sleutelactoren. In tegenstelling tot onderzoeken rond forensische inlichtingen in andere landen, waarbij een bepaald fenomeen (bijvoorbeeld inbraken) het uitgangspunt vormt en waarbij bepaalde vormen van forensische gegevens aan elkaar worden gelinkt, wil dit onderzoek alle beschikbare forensische gegevens in kaart brengen, los van bepaalde fenomenen.

2 - In het tweede deel van het project zal de haalbaarheid en de toegevoegde waarde worden beoordeeld van de invoering van een nationaal forensisch inlichtingensysteem dat alle relevante forensische gegevens, die in België beschikbaar zijn, aan elkaar linkt. De onderzoekers van de Universiteit Gent zullen de verschillende niveaus (nationaal, regionaal of lokaal) identificeren waaraan de in doelstelling 1 geïdentificeerde gegevens kunnen worden verbonden en de toegevoegde waarde voor de rechtshandhaving aantonen.
Om de beoordeling van de toegevoegde waarde van het gebruik van forensische inlichtingen bij criminaliteitsanalyse zo tastbaar mogelijk te maken met het oog op de rechtshandhaving en om de algemene haalbaarheid van de werklast te waarborgen, zullen zij focussen op serie- en groepsmisdaden.
Ze zullen een op maat gemaakte reeks forensische gegevens uit de nationale genetische databank en de nationale sporendatabank, die direct beschikbaar zijn voor de politie, samenvoegen en die samengevoegde forensische gegevens kruisen met de misdaadgegevens die de politie registreert in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG). Vervolgens zullen ze uit die gecombineerde gegevensreeks de misdaadpatronen extraheren en ze analyseren met behulp van statistische methoden en analyses van sociale netwerken. De aldus verkregen misdaadpatronen zullen dan worden vergeleken met de misdaadpatronen die zouden worden verkregen als alleen de door de politie geregistreerde misdaadgegevens zouden worden gebruikt. In zekere zin worden de misdaadpatronen die uit de door de politie geregistreerde misdaadgegevens worden geëxtraheerd thans gebruikt als referentiemisdaadpatroon in de rechtshandhaving.

3 - Het derde en laatste deel zal de eerste twee doelstellingen omzetten in precieze richtlijnen voor de actoren in het veld (zoals magistraten, politieambtenaren en forensische deskundigen), zodat zij over een stappenplan beschikken voor de praktische invoering van een forensisch inlichtingensysteem in België. De onderzoekers van het NICC zullen beleidsaanbevelingen (inzake wetgeving, technische vraagstukken, informatiebeheer, enz.) formuleren zodat de wetgever en de regering (de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken) weten welke verbeteringen op juridisch en structureel niveau moeten worden doorgevoerd om de invoering van een forensisch inlichtingeninstrument mogelijk te maken. Ze zullen ook strategische aanbevelingen formuleren, om zij die het strafrechtelijk beleid uitstippelen het belang te doen inzien van de integratie van een dergelijk instrument in hun beleid, evenals tactische aanbevelingen, om diensten voor criminaliteitsanalyse te helpen bij de ontwikkeling en het gebruik van een dergelijk instrument. Ten slotte is het op operationeel niveau de bedoeling om de actoren in het veld (onderzoeksmagistraten en politierechercheurs) bewust te maken van wat een dergelijk instrument kan betekenen voor hun onderzoeken.

Algemeen zal in het kader van dit project degelijke wetenschappelijke kennis worden ontwikkeld ter ondersteuning van de competenties, de strategische oriëntaties en het beleid van de FOD Justitie. Het zal de basiskennis over de integratie van bestaande forensische onderzoeken in België in een forensisch inlichtingensysteem aanzienlijk versterken. Het zal inzichten verschaffen in de mogelijkheden om een dergelijk instrument te implementeren, zowel juridisch als praktisch, alsook de mogelijke bijdrage die het kan leveren aan het opsporings- of gerechtelijk onderzoek. Daarenboven zal het richtlijnen voor de stakeholders en aanbevelingen voor het federale beleid formuleren.

Het onderzoek zal verschillende resultaten en producten opleveren (onder andere tussentijdse verslagen, eindverslagen en papers in peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften) die zullen bijdragen tot een beter begrip van een forensisch inlichtingensysteem, alsmede wetenschappelijk onderbouwde aanbevelingen voor de betrokken justitiële spelers en de voor de justitie relevante actoren.