NL FR EN
www.belgium.be

Grondverschuivingen in Equatoriaal Afrika: identificatie van culturele, technische en economisch efficiënte adaptatiestrategieën (AfReSlide)

Onderzoeksproject BR/121/A2/AfReSlide (Onderzoeksactie BR)

Personen :

  • Prof. dr.  KERVYN Mathieu - Vrije Universiteit Brussel (VUB)
    Coördinator van het project
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/10/2013-31/12/2018
  • Dr.  DEWITTE Olivier - Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/10/2013-31/12/2018
  • Dr.  VRANKEN Liesbeth - Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/10/2013-31/12/2018
  • Dr.  POESSEN Jean - Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/10/2013-31/12/2018
  • Dr.  JOIRIS Véronique - Université Libre de Bruxelles (ULB)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/10/2013-31/12/2018

Beschrijving :

Grondverschuivingen (GV) hebben een belangrijke impact in vele equatoriale regio’s. Deze impact hangt af van de snelheid en de grootte van de massabeweging, het type, het aantal en de kwetsbaarheid van de in gevaar zijnde elementen. Het probleem is vooral acuut in tropisch Afrika omwille van de bergachtige topografie, de intense regenval, de diepe verweringsprofielen, de hoge bevolkingsdruk en kwetsbaarheid voor georisico’s. GV veroorzaken ieder jaar talrijke slachtoffers en resulteren vaak in structurele en functionele schade aan infrastructuur en eigendommen. Deze verliezen veroorzaakt door GV zullen nog oplopen in de toekomst wegens de toenemende bevolkingsdruk, ontbossing, landgebruikswijzigingen en klimaatsveranderingen die hogere of meer intense regenval veroorzaken.

Meerdere studies onderzochten reeds hoe natuurlijke en menselijke factoren de (re-) activatie van GV controleren. Kenmerkend aan deze studies is het feit dat ze gevoeligheidskaarten aanleveren terwijl deze niet voldoende zijn voor efficiënt risicobeheer. Het opbouwen van het vermogen om met GV om te kunnen gaan vereist immers ook een inschatting van de kans op GV (hazard), niet enkel rekening houdend met de ruimtelijke verdeling maar ook de temporele dynamiek en intensiteit van toekomstige GV. Het vereist ook de kwantificatie van de socio-economische gevolgen en de ontwikkeling van adaptatiestrategieën die kosteneffectief, technisch efficiënt, cultureel aanvaardbaar en aangepast zijn aan de levensomstandigheden van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. Dergelijke analyse is uiterst belangrijk om schade ten gevolge van GV te beperken.

Dit project focust op 4 representatieve studiegebieden die reeds getroffen werden door GV veroorzaakt door regenval in Oeganda (Mt Elgon, Mt Rwenzori) en Kameroen (Mt Cameroon, Bamenda). Enkele studies betreffende grondverschuivingskenmerken - en gevoeligheid zijn reeds uitgevoerd in twee van deze regio’s terwijl kans - en risicokaarten, socio-economische impactanalyse en adaptatiestrategieën grotendeels ontbreken. Dit project volgt een ‘bottom-up’ benadering waarbij de specifieke onderzoeksvragen, wetenschappelijke data en onderzoeks-output uitgewerkt worden in samenwerking met en volgens de noden van de lokale gemeenschappen en dit via vergaderingen met belanghebbenden en participatieve dataverzameling.

Informatie omtrent GV is veel beperkter in Equatoriaal Afrika dan in andere continenten. Er zijn slechts beperkte data op continentale en regionale schaal beschikbaar en het is moeilijk om een goed beeld te krijgen van het getroffen gebied. Eén van de projectobjectieven is daarom het ontwikkelen van een methodologie voor resilience-analyse aangepast aan deze informatie-arme omgeving.

De specifieke wetenschappelijke objectieven van dit project zijn:

1. het maken van gevoeligheidskaarten voor GV, het identificeren van de terugkeerperiode van neerslaghoeveelheden die GV induceren en het inschatten van de grondverschuivingskans;
2. het analyseren van de met gevaar bedreigde elementen (immaterieel en materieel) en hun kwetsbaarheid, het ontwikkelen van een methodologie om de economische gevolgen van GV te begroten;
3. het beoordelen van de adaptatiestrategieën op gezins- en beleidsniveau;
4. het analyseren van de publieke perceptie van natuurbedreigingen, het huidige en potentiële risicobeleid en de culturele aanvaardbaarheid van adaptatiestrategieën;
5. het ontwikkelen van risicokaarten en het formuleren van aanbevelingen voor effectieve adaptatiestrategieën.

De output van het project zal bestaan uit GIS databanken voor elk studiegebied, kwantitatieve datasets en concrete aanbevelingen voor overheden en individuele betrokkenen. Op basis van de resultaten in elk van de studiegebieden zal een handleiding uitgewerkt worden voor de lokale belanghebbenden met de Do’s and Don’ts. Deze handleiding zal samengesteld worden samen met, en voor de lokale belanghebbenden met als doel de risico’s verbonden aan GV te controleren.