NL FR EN
www.belgium.be

Ongelijkheden in verkeersveiligheid (INTRAS)

Onderzoeksproject BR/121/A5/INTRAS (Onderzoeksactie BR)

Personen :

  • Dr.  STIJN Daniels - Universiteit Hasselt (UHASSELT)
    Coördinator van het project
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/10/2013-31/12/2017
  • Dr.  SILVERANS Peter - Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid vzw (BIVV)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/10/2013-31/12/2017
  • Dr.  COOLS Mario - Université de Liège (ULiège)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/10/2013-31/12/2017

Beschrijving :

In gezondheidsonderzoek is uitgebreid bewijs gevonden voor socio-economische en culturele verschillen inzake gezondheidsindicatoren. Verkeersongevallen vormen een gezondheidsdomein waarvan algemeen verwacht wordt dat de impact wereldwijd zal toenemen. Zoals in andere gezondheidsdomeinen vindt men ongelijkheden op het vlak van betrokkenheid bij verkeersongevallen. Ook hier stelt men vast dat de minder geprivilegieerde groepen het meest kwetsbaar zijn. Onderzoek naar verkeersongevallen ontbreekt het echter nog aan verklarende modellen omtrent de manier waarop contextuele en individuele factoren bijdragen tot het veroorzaken van ongevallen.

De hoofddoelstelling van dit project is daarom het blootleggen van enkele van de onderliggende mechanismen die de ongelijkheden inzake ongevalbetrokkenheid in België mee verklaren . Aangezien er voor België nog geen studies zijn uitgevoerd naar verschillen inzake betrokkenheid bij ongevallen opgedeeld naar/volgens socio-economische en culturele achtergrondfactoren, zullen deze specifieke factoren onderdeel uitmaken van dit onderzoek.

Naast de valorisatie worden in dit project drie verschillende werkpakketten gedefinieerd. Het eerste werkpakket omhelst conceptualisatie en verkenning van de omvang van het probleem in België. Het tweede werkpakket gaat dieper in op de onderliggende mechanismen die aanleiding geven tot de in het eerste werkpakket gevonden ongelijkheden. Analyses voor de eerste twee werkpakketten vereisen data die beschikbaar zijn op verschillende niveaus van desaggregatie. In werkpakket drie worden methodologische aspecten behandeld die nodig zijn om dergelijke data te combineren op zulke wijze dat er een maximum aan informatie uit kan worden afgeleid.
Als eerste stap binnen het onderzoek zal een uitgebreid conceptueel model opgesteld worden op basis van de voornaamste theoretische bevindingen die in de internationale literatuur zijn omschreven. Dit model zal tevens een houvast bieden voor de overige taken binnen de verschillende werkpakketten omdat op basis van dit model enkele verklarende verbanden afgeleid en meer in detail bestudeerd zullen worden.

Ongelijkheden op het vlak van verkeersveiligheid ontstaan onder invloed van zowel individuele als huishoudelijke factoren, maar kunnen eveneens beïnvloed worden door de bredere sociale en fysieke context. De omvang van het probleem inzake ongelijkheden met betrekking tot verkeersveiligheid in België wordt bestudeerd vanuit twee benaderingen. Een eerste benadering zal de ongelijkheid bestuderen op het niveau van de woonbuurt of de gemeente, terwijl een tweede benadering de betrokkenheid bij ongevallen zal bestuderen op individueel niveau.
In het tweede werkpakket zullen enkele van de (mogelijke) mechanismen die in het eerste werkpakket zijn geïdentificeerd, verder bestudeerd worden binnen de Belgische context. Drie cases zullen besproken worden. De eerste case bestudeert of (en in welke mate) mobiliteitspatronen verschillen tussen mensen met een verschillende socio-economische achtergrond en de mate waarin dit beïnvloed wordt door de woonomgeving.

Een tweede taak binnen dit werkpakket zal voornamelijk gericht zijn op ongelijkheden die gevonden kunnen worden op het vlak van onveilig gedrag en bijbehorende attitudes. De voornaamste focus binnen deze taak ligt op het bestuderen van de impact van socio-economische en culturele achtergrondfactoren op de determinanten van onveilig verkeersgedrag. Aangezien er in België geen gegevens beschikbaar zijn die toelaten om een verband te leggen tussen verschillen in attitudes en de etnische achtergrond van verkeersdeelnemers, zal deze taak uitgevoerd worden door middel van een ad hoc opgezette vragenlijst die gebaseerd is op twee bestaande vragenlijsten over snelheidsovertredingen op basis van de Theorie van Gepland Gedrag die reeds in het Nederlands zijn gevalideerd. Verschillende groepen van verscheidene etnische origine zullen in beschouwing worden genomen.

De derde taak is een illustratie van de voordelen van de inspanningen tot data-integratie die in werkpakket drie zijn geleverd. Door de combinatie van gegevens uit verschillende bronnen zal een rijkere dataset worden gecreëerd die de mogelijkheid zal bieden om meer relevante parameters in de analyse op te nemen. Dit zal ons toelaten om het relatieve belang in te schatten van elk van de bestudeerde kenmerken (individueel, sociale context, fysieke context, blootstelling).

Het derde werkpakket omvat de aanmaak van een data warehouse waarin gegevens van verscheidene bronnen op verschillende aggregatieniveaus zullen worden verzameld. Tot dusver werden er nauwelijks inspanningen geleverd tot de integratie om de rijkdom aan de variatie van beschikbare databronnen zo goed mogelijk te benutten. De voornaamste taak binnen dit werkpakket komt daarom neer op de ontwikkeling van een methodiek voor data-integratie die inspannings- en gebruiksvriendelijk is en die modelonzekerheid expliciet mee in overweging neemt.
De eerste taak bij de ontwikkeling van een geïntegreerd kader voor de analyse van verkeersveiligheidsgegevens voor België, bestaat uit de identificatie van de beschikbare gegevensbronnen. Nadat alle relevante databronnen zijn geïdentificeerd, dient een data warehouse ontwikkeld te worden om de creatie van een geïntegreerd analysemodel te vergemakkelijken. Vervolgens dient het eigenlijke methodologische kader uitgewerkt te worden.

Het domein van verkeersveiligheid is van nature uit interdisciplinair aangezien het afgeleid wordt van de complexe interactie tussen allerhande omgevings- en humane factoren. Deze interdisciplinariteit wordt weerspiegeld in de samenstelling van het projectteam dat bestaat uit onderzoekers uit verschillende achtergronden zoals gezondheids- en sociaalpsychologie, sociologie, mobiliteitswetenschappen en statistiek. Het eindresultaat van dit project kan het voor praktijkmensen evenals beleidsmakers mogelijk maken om een meer op wetenschappelijk bewijs gebaseerde blik te ontwikkelen inzake de mate waarin socio-economische en culturele achtergrondfactoren verkeersveiligheid mee beïnvloeden. Het afgewerkte product van dit project zal bestaan uit een wetenschappelijk rapport met daarin de bevindingen bekomen binnen elk van de drie hierboven omschreven werkpakketten.

Documentatie :