Ook bevolkingsonderzoek is een belangrijke manier om inzicht te krijgen in je (potentiële) publiek. Het is vooral nuttig onderzoek in het licht van een beleidsvoering gericht op publieksverbreding. Bevolkingsonderzoek bevraagt immers ook de niet-gebruikers en kan daardoor een inzicht verschaffen in de oorzaken van het niet-gebruik. Het is nuttig omdat het je iets kan leren over je potentiële (doel)publiek. Wie zijn ze? Hoe kan je ze best bereiken? Waarom komen ze niet? Welke drempels werken in de achtergrond? Ligt het aan een gebrek aan informatie, een te hoge kostprijs, een onaangepast aanbod of een algemene desinteresse? Elke reden vergt een andere beleidsaanpak. Het probleem is dat bevolkingsonderzoek zeer arbeids- en kostenintensief is. Daarom wordt het zelden of niet uitgevoerd door één enkele instelling of organisatie. Een aantal bronnen zoals algemene bevolkingsstatistieken van APS, de VRIND-indicatoren, de bevolkingssurvey van Re-Creatief Vlaanderen, Thuis in de Stad / Stadsmonitor en de participatiesurvey Vlaanderen leveren ons generieke informatie op.
Voorbeeld: IPSOS-enquête (2004)
Een naamsbekendheidonderzoek geeft een organisatie inzicht in de bekendheid van haar organisatie, producten/diensten en/of merk (bezoekers, niet-bezoekers). Het begrip wordt vaak in kaart gebracht aan de hand van de volgende soorten bekendheid: "spontane" en "geholpen" bekendheid.
"Spontaan" betekent dat de respondenten uit zichzelf namen noemen, waarbij het top-of-mindniveau van de bekendheid eveneens in kaart is te brengen.
"Geholpen" betekent dat de respondenten een lijst met namen van bedrijven of merken wordt voorgelegd, met de vraag of zij die kennen.
Voorbeeld: Logo-onderzoek Nele Scheerlinck KBIN (2011)
Bij imago-onderzoek wordt er onderzoek gedaan naar het beeld dat doelgroepen (bezoekers, niet-bezoekers) hebben van een organisatie, haar producten en/of diensten of de organisatie als geheel.
Voorbeeld: Ipsos-enquête 2004
Bij een communicatieonderzoek wordt er onderzoek gedaan naar het effect van ‘de boodschap’ die via de media, advertenties, internet of andere promotiekanalen is verspreid. Communicatieonderzoek peilt dan bijvoorbeeld naar het percentage van de vooraf vastgestelde doelgroep dat de boodschap gezien / begrepen / geaccepteerd heeft. Bij een communicatieonderzoek wordt vaak gebruik gemaakt van een pretest en posttest. De pretest of nulmeting vindt dan plaats voordat een reclamecampagne of mediacampagne is ontwikkeld. Na het voeren van een reclame- of mediacampagne kan dan een posttestonderzoek of effectmeting worden verricht, om na te gaan of de gewenste reclame-effecten bereikt zijn. Afhankelijk van de doelstelling kan zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek worden uitgevoerd.
Voorbeeld: Campagne Dino-galerij KBIN (2008)
Website-onderzoek geeft inzicht in de sterke en zwakke punten van een gelanceerde/nog te lanceren website en levert informatie op waarmee een website beter op een doelgroep kan worden afgestemd. Bij websiteonderzoek wordt er onderzoek gedaan naar alle aspecten van een website (bruikbaarheid, algemene indruk, gebruiksvriendelijkheid, gevoelsaspecten en associaties met de website, enz.). Vele organisaties monitoren hun website aan de hand van website statistieken. Daarnaast kan ook bijkomend ad hoc websiteonderzoek verricht worden. Vaak bestaat dat uit een aantal diepte-interviews waarin de website uitgebreid wordt besproken. Ook kunnen bezoekers online om hun mening gevraagd worden. In dat geval worden soortgelijke vragen gesteld, maar kan er niet dieper ingegaan worden op achterliggende motivaties.
Voorbeeld: Evaluatie van de BIRA-website, BIRA, 2004
Voor wat betreft heel wat onderwerpen is het warm water al uitgevonden. Sommige –vaak meer conceptuele en algemene vragen- kunnen beantwoord worden op basis van bestaand onderzoek en/of vroegere studies. Desktopresearch is onderzoek doen naar al beschikbare gegevens ten behoeve van een probleemstelling. Dit soort gegevens worden ook wel secundaire gegevens genoemd. Het zijn gegevens die reeds eerder door anderen zijn verzameld.Literatuuronderzoek en desktopresearch kunnen ook dienen als vooronderzoek dat kan helpen bij het scherper stellen van de onderzoeksdoelstellingen.
Voorbeeld: Senioren & musea KMKG
Benchmarking is een andere bekende term uit het marketingebeuren. "Benchmarking is systematisch onderzoek naar de prestaties en de onderliggende processen en methoden van een of meer leidende referentie-organisaties op een bepaald gebied, en de vergelijking van de eigen prestaties en werkmethoden met deze "best practice", met het doel om de eigen prestaties te plaatsen en te verbeteren”.
Toegepast op publieksonderzoek voor de FWI's, betekent dit in grote lijnen, dat men de musea en andere bezoekerscentra gaat vergelijken met soortgelijke musea en instellingen in binnen- en buitenland.
