NL FR EN
www.belgium.be

Analyse van de opties inzake beperking van de uitstoot van gassen met broeikaseffect en van precursoren van troposfeerozon

Onderzoeksproject AS/DD/01C (Onderzoeksactie AS)

Personen :

  • M.  CONSTANT Philippe - ECONOTEC Consultants SPRL (ECONO)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 1/1/1998-31/12/2001

Beschrijving :

1. Algemene context (internationaal, nationaal)

In het kader van het Kyoto Protocol (Klimaatverdrag van de Verenigde Naties), heeft België zich ertoe verbonden zijn emissies van broeikasgassen met 7,5% te reduceren tussen 1990 en 2008-2012 (de betreffende gassen zijn : CO2, CH4, N2O, HFC, PFC en SF6). In het kader van verschillende protocollen bij de "Convention on Long-Range Transboundary Air Pollution" (CLRTAP) van de Verenigde Naties (Economic Commission for Europe), heeft ons land zich er tevens toe verbonden zijn emissies van ozonprecursoren NOx en VOC’s te reduceren. De onderhandeling en de uitvoering van deze overeenkomsten vergt voorspellingen van deze emissies alsmede een technisch-economische evaluatie van verschillende emissiereductieopties.

2. Beschrijving en doelstellingen van het project

De doelstelling van dit project is tweevoudig :

- de ontwikkeling van het multipolluentenmodel EPM (Emissions Projection Model), door ECONOTEC gebouwd in het kader van eerdere studies, voort te zetten, in het bijzonder door een diepgaande herziening van de informatica-technische organisatie van de gegevens en door een gezamenlijke aanpak te volgen voor de verschillende polluenten CO2, NOx, COV, CH4, N2O en CO ;
- het model toe te passen voor het bouwen van emissiescenario’s voor de toekomst.

3. (Verwachte) resultaten / producten

De studie van de toekomstige ontwikkeling van de emissie van de 6 door het project behandelde polluenten (CO2, NOx, COV, CH4, N2O en CO) tot 2010-2015 omvat, voor elk van de polluenten, de constructie van een referentiescenario en van een emissiereductiescenario, alsmede de evaluatie van de kosten van verschillende emissiereductiedoelstellingen.

Dergelijke resultaten :

- hebben een functie van beleidsondersteuning bij het onderhandelen van internationale emissiereductieovereenkomsten (zoals in 1999 is gebeurd voor de emissies van NOx en VOC in het kader van de voorbereiding van een nieuw protocol van de CLRTAP) ;
- laten toe een afweging te maken tussen de sectoren met het oog op het bereiken van een globale emissiereductiedoelstelling ;
- kunnen ook gebruikt worden voor het opstellen van nationale mededelingen in het kader van het duurzaamheidsbeleid (zoals dit het geval is geweest voor de tweede nationale mededeling in het kader van het Klimaatverdrag).

4. (Mogelijke) gebruikers

De belangrijkste potentiële gebruikers zijn de personen verantwoordelijk voor het milieubeleid en het energiebeleid (voor wat de CO2 emissies betreft).

Methode

De prognosestudies worden uitgevoerd door een bottom-up aanpak, gebaseerd op een gedetailleerde voorstelling van de karakteristieken van de emissiebronnen. Het model dekt alle emitterende sectoren (industrie, residentiële en tertiaire sector, transport). De emissies worden in het algemeen berekend als de vermenigvuldiging van een activiteitenvariabele met een emissiefactor, rekening houdend met een diepgaande desaggregatie per sector, subsector, enz.

Een dergelijk model vergt de inzameling, de analyse en de verwerking van een groot aantal gegevens. Het belang van de vele te verwerken gegevens en de bekommernis coherentie te verzekeren tussen de gegevens en de hypothesen gebruikt voor de verschillende polluenten, sectoren en scenario’s, hebben een diepgaande analyse van de informatica-technische organisatie van het model nodig gemaakt. Deze herziening van het model bestaat er hoofdzakelijk in het model te enten op een databankstructuur, met een duidelijke scheiding tussen gegevens en berekeningen.

Het gebruik van een dergelijk model moet toelaten om per sector et per energiedrager :

- de evolutie van de emissies te evalueren in een referentiescenario ("business as usual"), dat overeenkomt met een ongewijzigd beleid ;
- kostencurves voor de emissiereducties te bouwen (marginale kost, totale kost) ;
- een "emissiereductiescenario" te becijferen, dat overeenkomt met de toepassing van alle emissiereductiemaatregelen beneden een bepaald plafond van marginale kosten (in EURO/ton).

Documentatie :

Application du modèle EPM au développement de scénarios d'émissions de CO2 à l'horizon 2010 pour la Belgique: rapport d'avancement, ECONOTEC    Bruxelles: SSTC, 2001 (SP0729)
[Om te downloaden]  [Uitgeput] 

Modèle EPM: Analyse prévisionnelle des émissions de gaz à effet de serre en Belgique en 2010 : rapport final    Bruxelles : SSTC, 2002 (SP1091)
[Om te downloaden]  [Om te bestellen

Modèle EPM: Analyse prévisionnelle des émissions de gaz à effet de serre en Belgique en 2010 : résumé exécutif    Bruxelles : SSTC, 2002 (SP1092)
[Om te downloaden

EPM Model: Emission projection of greenhouse gases in Belgium in 2010 : executive summary    Brussels : OSTC, 2002 (SP1093)
[Om te downloaden