NL FR EN
www.belgium.be

Ontwikkeling van een haalbare set samengestelde indicatoren met betrekking tot het stedelijke leefmilieu

Onderzoeksproject AS/DD/04 (Onderzoeksactie AS)

Personen :

  • Mme  ONCLINCX Françoise - Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM)
    Betoelaagde Belgische partner
    Duur: 15/2/1998-30/6/2000

Beschrijving :

1. Algemene context (internationaal, nationaal...)

Uit recente ervaringen blijkt dat de bestaande leefmilieu-indicatoren, zelfs al blijken ze relevant te zijn op het federale of Europese niveau, vaak niet relevant zijn voor het lokale niveau. Al te lang heeft men, inzake ondersteuning van de besluitvorming en van de beleidsevaluatie, vastgehouden aan de illusie dat men identieke instrumenten kan aanwenden voor bevoegdheidsniveaus die op zo fundamentele wijze van elkaar verschillen.

2. Beschrijving en doelstellingen van het project

De ontwikkeling van stedelijke indicatoren gebeurt in de eerste plaats vanuit de invalshoek van de leefmilieuproblematiek. Hieraan worden vervolgens de sociale en economische problemen gekoppeld, teneinde zo dicht mogelijk de beginselen van duurzame ontwikkeling te benaderen.

De set van indicatoren zou op plaatselijk niveau de besluitvorming en de evaluatie van de geboekte vooruitgang in de richting van duurzame stedelijke ontwikkeling moeten vereenvoudigen. De indicatoren beschrijven de positieve en negatieve tendensen op het vlak van het beheer van de natuurlijke hulpbronnen, van de bestrijding van de hinder, van de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van de stedelijke omgeving, ...

Dit project omvat tevens de oprichting van een netwerk van Belgische steden dat zich toelegt op het valideren van de door de vorsers voorgestelde indicatoren, op het tot stand brengen van samenwerkingsverbanden en op de uitwisseling van ervaringen tussen stedelijke beheerders.

3. (Verwachte) resultaten / producten

De geselecteerde indicatoren werden uitgewerkt in 40 methodologische fiches. Verscheidene indicatoren werden getest voor de stad Brussel en de gemeente Schaarbeek.

4. (Mogelijke) gebruikers

De gemeentelijke beheerders : de verkozenen (Burgemeester, Schepenen), de administraties, enz.

Methode

Er werd een overzicht opgemaakt van de belangrijkste bestaande milieu-indicatoren, om verbanden te kunnen leggen met de nieuwe (samengestelde) indicatoren.

De identificatie van de stedelijke milieuproblemen gebeurde via de raadpleging van deskundigen op het vlak van afval, water, lucht, bodem en natuur en op basis van het in kaart brengen van kritieke ontwikkelingen, de vaststelling van prioriteiten en van nieuwe ontwikkelingen die noodzakelijk zijn voor een meer duurzaam beheer van de stad.

Om op een systematische en globale manier de impact van de eigenheid van de stad op de milieuaspecten (lucht, water, afval, ...) te kunnen analyseren, werd een matrix opgesteld die het functioneren van de stad weergeeft. Elke problematiek die door de deskundigen werd benadrukt, werd met de hulp van die matrix geanalyseerd, als het ware een "checklist" die het mogelijk maakt de probleemgebieden te situeren in de totale stedelijke dynamiek en die dus ter ondersteuning van de geïntegreerde reflectie kan aangewend worden.

Om de omvangrijke hoeveelheid informatie die tijdens de voorgaande fasen werd ingewonnen, te structureren en om de verschillende benaderingen te kunnen vergelijken, werd gebruik gemaakt van het "D-P-S-I-R"-model (Driving forces, Pressure, State, Impact, Response). Dit model is opgebouwd rond de vijf hoger vermelde elementen, die met elkaar in causaal verband staan. Een drijvende kracht (Driving force) - dit is een door de mens uitgevoerde activiteit of een door de mens gestuurde ontwikkeling - veroorzaakt een druk (Pressure) op het milieu, met kwantitatieve en kwalitatieve kenmerken. Deze druk vertaalt zich in een wijziging van de algemene staat van het milieu (State) die een effect kan hebben op de mens, het patrimonium, de economie, enz. (Impact). Dit effect veroorzaakt op zijn beurt een reactie van de samenleving (Response). Deze reacties vertalen zich in het aanwenden van instrumenten die op de vorige elementen inwerken (D-P-S-I).

De tot stand gebrachte methodologische fiches geven een diepgaande en eenduidige definitie van elke indicator en presenteren de beschikbare informatie overeenkomstig een standaard.

Zes Belgische steden werden ingeschakeld bij de uitwerking van de set van indicatoren. De deelname van de steden aan het netwerk gebeurt op vrijwillige basis : er is geen verplichting om aan het project deel te nemen, maar evenmin een financiële vergoeding. Het valideren van de door het onderzoeksteam voorgestelde indicatoren gebeurde in meerdere stappen. Dit om ruimte te creëren voor groepsdiscussies, voor "spontane" en voor "doordachte" opmerkingen en ook voor de evaluatie van de voorstellen op basis van berekeningen.

Op basis van de synthese van de opmerkingen hebben de onderzoekers bepaalde indicatoren verder kunnen verbeteren en andere indicatoren verworpen, wanneer deze door een meerderheid van beheerders als onnuttig of niet-relevant beoordeeld werden. Gedurende het hele evaluatieproces werd er rekening gehouden met de kwalitatieve en de kwantitatieve opmerkingen en werd de inbreng van elke deelnemer zoveel mogelijk gevaloriseerd om de indicatoren te kunnen verankeren in de concrete bekommernissen van het stedelijk beheer.

Documentatie :

Elaboration d'un set réaliste d'indicateurs environnementaux urbains composites: rapport final  Berrewaerts, M-C - Decoux, D. - Tallier, P-A ... et al  Bruxelles: SSTC, 2002 (SP1066)
[Uitgeput] 

Uitwerking van een realistisch set van samengestelde milieu-indicatoren: eindrapport  Berrewaerts, M-C - Decoux, D. - Tallier, P-A ... et al  Brussel: DWTC, 2002 (SP1067)
[Uitgeput]