BRUSSEL, 12/08/2025 - Voor de tweede keer in de Europese geschiedenis zullen er in één jaar tijd twee weersatellieten gelanceerd worden. Na de succesvolle lancering van MTG-S1 begin juli, valt de beurt op 13 augustus aan de MetOp-SG A1-satelliet. Aan boord bevindt zich onder andere het Sentinel-5A-instrument, dat cruciale metingen zal uitvoeren voor weersvoorspellingen en klimaatmonitoring in Europa.

Deze nieuwe weersatelliet maakt deel uit van een reeks van zes Europese satellieten, die samen de volgende generatie van Europese polaire weersatellieten vormen. Dat betekent dat zij in een cirkelvormige baan over de polen draaien. De MetOp-SG A1 zal Europa helpen om de komende twintig jaar nauwkeuriger weerdata te verzamelen en beter inzicht te krijgen in klimaatveranderingen. Het is de opvolger van de huidige MetOp-serie, het meteorologisch operationeel satellietprogramma in lage omloopbaan.

Aan boord van de satelliet bevinden zich heel wat instrumenten zoals de METimage Radiometer, de Microwave Sounder (MWS) en de 3MI Polarimeter. Samen zullen deze instrumenten operationele waarnemingen en metingen leveren voor numerieke weersvoorspelling, klimaatmonitoring, atmosferische chemie, operationele oceanografie en hydrologie tot halverwege de jaren 2040. Verder bevindt ook het Sentinel-5A-instrument zich aan boord dat is ontworpen om gegevens te verzamelen over gassen en stoffen in de atmosfeer, waaronder ozon, methaan, UV-index en vegetatiefluorescentie, dat de gezondheid van planten meet. Al deze informatie is onmisbaar voor weersvoorspellingen, waarschuwingen bij stormen én het volgen van luchtvervuiling. De instrumenten aan boord, waaronder METimage en Sentinel-5A, zijn ontwikkeld onder leiding van het European Space Agency (ESA), in samenwerking met Europese onderzoeksinstellingen en de industrie.

Internationale samenwerking

‘Deze lancering is opnieuw een sterk staaltje internationale samenwerking, via de ESA en EUMETSAT,’ zegt Arnaud Vajda, voorzitter van het directiecomité van de POD Wetenschapsbeleid (BELSPO). ‘Maar ook de Belgische rol is niet te onderschatten: onze industrie heeft actief bijgedragen. En ons land zal ook actief blijven, want wetenschappelijke instellingen zoals het KMI, BIRA en VITO zullen met de data aan de slag gaan. België toont zo opnieuw dat we ook internationaal een grote rol spelen qua ruimtevaart.’

Het succes van deze internationale samenwerking toont zich ook op vlak van het aantal lanceringen, aldus Vajda: ‘Het is een logische ontwikkeling, maar het aantal weersatellieten dat is gelanceerd is sinds 2012 duidelijk gestegen. Van 1977 tot 2011 werden er elf in de ruimte gestuurd, sinds 2012 zijn dat er negen. Zowel in 2012 als in 2025 waren dat er twee. Het is dus eigenlijk uitzonderlijk dat er op één jaar tijd twee gelanceerd worden.’ Voor Vajda is het duidelijk waarom: ‘Met deze dubbele lancering maakt Europa duidelijk dat we de klimaatuitdagingen niet alleen erkennen, maar ook actief aanpakken. We moeten de kwaliteit en continuïteit van weers- en klimaatgegevens garanderen voor de komende decennia. Het is van onschatbare waarde voor de veiligheid en het welzijn van burgers én onze planeet. Europa wordt bovendien zo weer een stuk zelfstandiger op het vlak van ruimtevaart.’