Op 12 oktober 2005 publiceerde de Europese Commissie de richtlijn 2005/71 waarin een reeks van maatregelen worden genomen betreffende de voorwaarden voor de toegang tot het grondgebied voor onderzoekers uit derde landen die in Europa onderzoekswerkzaamheden komen verrichten. De wetgever stelde er prijs op de problemen in verband met visa, verblijfstitels en werkvergunningen voor onderzoekers uit derde landen (landen buiten de EU en aanverwante) te vereenvoudigen en te versnellen, zowel voor die laatsten als voor hun gastinstelling.
Die richtlijn, genaamd “wetenschappelijk visum” wordt nu volledig omgezet in Belgisch recht en omvat verschillende hoofdstukken:
Een erkende instelling kan gastovereenkomsten ondertekenen die vallen onder die vereenvoudigde procedure. De erkenning is 5 jaar geldig en wordt verleend door het Federaal Wetenschapsbeleid.
Op grond van die gastovereenkomst kan de onderzoeker een aanvraag tot machtiging tot een verblijf van meer dan drie maanden indienen bij de Belgische diplomatieke en consulaire post in het land waar hij/zij zijn/haar verblijfplaats heeft of op zijn/haar plaats van oponthoud in het buitenland.
Elke onderzoeksinstelling die met het oog op de uitvoering van een onderzoeksproject een gastovereenkomst wenst af te sluiten met een onderzoeker die geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie, moet voorafgaandelijk erkend zijn
De aanvraag tot erkenning moet worden ingediend bij het Federaal Wetenschapsbeleid.
Bernard Delhausse
Onderzoeksprogramma's